Erwin en Tessa: Backpacking!!!!

Nieuw Zeeland: het zuider eiland (part two)

Na 6 maanden reizen is het dan toch zover, onze laatste blog. Het is allemaal ontzettend snel gegaan, maar we hebben er van genoten. We hebben geen seconde spijt gehad van onze beslissing om te gaan, we zouden het zo weer doen. Maar we kijken ook uit naar onze terugkomst in Nederland, we missen onze familie, vrienden en huisje wel. Gelukkig heeft thuis komen dus ook zijn voordelen;)

Milford Sound

Na Queenstown rijden we door naar Te Anau, weer een stadje dat aan een meer licht, omringt door bergen. In Te Anau doen we alvast wat inkopen voor de track die we gaan doen, zoals wat heerlijke gevriesdroogde maaltijden en fleecetruien. Vervolgens rijden we over de Milford Sound Highway naar de uiterste punt. Onderweg stoppen we een aantal keer om van het uitzicht te genieten. Aan het begin van de weg bestaat het uitzicht nog uit vlakke velden met in de verte de groene fjorden, maar steeds dichter komen we bij de fjorden, totdat we uitzichten over de vallei en fjorden hebben. Prachtig! We hebben geluk dat we een droge, zonnige dag hebben, gemiddeld valt hier 7 meter (!) regen per jaar. Het is de 3e natste plek op Aarde, met gemiddeld 240 natte dagen per jaar. Zo slecht hebben we het in Nederland dus niet;)

We gaan kajakken tussen de fjorden van Milford Sound. We krijgen een hele sexy outfit, bestaande uit gestreept thermo ondergoed, een lekkere dikke fleecetrui, kanariegele regenjas en natuurlijk een skirt, zodat we droog blijven in de kajak. Zie een foto van Tessa voor een impressie. Als we net in het water drijven, zien we van dicht bij een zeeleeuw. Hij heeft een vis gevangen en slaat hiermee op het water. Erg leuk om van zo dichtbij te zien. Ondanks dat het niet regent, waait het wel aardig. We moeten tegen de golven in kajakken, wat nog best zwaar is. Tessa zit voorin en vangt al het water op, ze is nu best blij met de outfit. Eerst kajakken we naar de Bowen Falls, waar we bijna onderliggen. Het is een mooie waterval. We kajakken langs de rand van de fjord, waar de wind wat minder sterk is. De fjorden zijn begroeid met bomen en struiken. Van de gids horen we dat de wortels van de bomen en struiken zich niet goed kunnen hechten, omdat de fjorden vooral uit rotsen bestaan. De wortels zijn dus vooral in elkaar gestrengeld en houden elkaar op de plaats. Bij slecht weer kan het voorkomen dat bomen losgerukt worden. Hierdoor ontstaat een heuse boomlawine, best indrukwekkend om te horen. Ook is ‘sound' geen goede naam. Een sound wordt gecreëerd door een rivier, een fjord door een gletsjer. Milford Sound heette echter al zo voordat ze hier achter kwamen. De Kiwi's hadden geen zin om alle kaarten etc. te wijzigen, dus lieten ze de naam Milford Sound bestaan. Het gebied heet echter Fiordland National Park, zodat je toch weet dat je je tussen de fjorden bevindt.

Tijdens het kajakken zien we nog meer zeeleeuwen. Ook zien we een klein zeeleeuw weesje, dat Erwin Hendrik noemt. Hendrik geeft ons een mooie demonstratie over hoe zeeleeuwen poepen op de rotsen, erg grappig om te zien. Op de terugweg zien we nog 2 zeeleeuwen die aan het springen en draaien zijn in het water. Dit schijnt goed te zijn voor hun spijsvertering. Het is voor ons in ieder geval leuk om te zien.

We gaan weer terug naar Queenstown om wat laatste dingen te huren en kopen voor de Routeburn Track. Er is die middag een Red Bull BMX wedstrijd gaande, daar zijn we natuurlijk wezen kijken. Het schijnt dat de top van de BMX wereld aanwezig is. Het is erg gaaf om te zien wat die (vooral jonge) gasten kunnen doen met zo'n klein BMX fietsje. Er waren er ook genoeg die vielen, maar gelukkig geen ernstige ongelukken.

Routeburn Track

Om 8.00 's ochtends verlaten we Queenstown. We zijn onderweg naar de Routeburn Shelter, ons startpunt van de Routeburn Track. De Routeburn Track is een van de Great Walks van Nieuw-Zeeland en is 32 km lang. De route loopt door Mount Aspiring National Park en Fiordland National Park. Er zijn mensen die deze in 1 dag doen (we zijn inderdaad hardlopers onderweg tegen gekomen, echt bizar), maar je kunt hem ook in 2, 3, 4 of zelfs 5 dagen doen. Wij hebben, op aanraden van het informatiecentrum, gekozen voor 4 dagen (3 nachten), zodat we nog wat ‘side tracks' kunnen doen. De weersvoorspellingen zijn redelijk, al kunnen we de laatste dagen wat regen verwachten. We hebben echter al eerder ondervonden dat het weer in de bergen niet te voorspellen is, dus we hopen dat dat nu positief voor ons uitwerkt.

De eerste dag lopen we door Mount Aspiring National Park. Het is droog en naarmate de ochtend vordert, klaart het steeds meer op en zien we steeds meer zon. We lopen langzaam omhoog door een bos. Veel dieren zijn hier niet, behalve kleine vogels en muizen (ook zijn er possums, maar dat zijn nachtdieren). Die kleine vogels zijn echter best territoriaal. Ze vliegen recht op je af, maar als ze vlakbij zijn kiezen ze toch een andere kant. Ook was er zelfs eentje die Erwins schoen aanviel! Toen de vogel het op Erwins been voorzien had, zijn we maar doorgelopen, die snavel kan best scherp zijn. We lunchen bij Routeburn Flats Hut, waar we heerlijk in de zon genieten van onze boterham met chocoladepasta, echt goed wandelvoedsel. De omgeving is prachtig, we hebben mooi uitzicht op een aantal bergen. Na de lunch lopen we een wat pittiger stuk omhoog en eindigen bij Routeburn Falls Hut, waar we de nacht doorbrengen. We hebben mooi uitzicht over de vallei. 's Avonds genieten we van onze eerste gevriesdroogde maaltijd, nasi goreng. Kokend water erbij, 10 minuten laten staan en je hebt een prima maaltijd.

We slapen in dorms (slaapzalen), wat we eigenlijk nog nooit gedaan hebben. Na 1 nacht weten we ook gelijk dat het goed is dat we dit nooit gedaan hebben. We zijn niet gewend aan zoveel mensen op 1 grote slaapkamer. 's Avonds is het nog prima te doen, vooral omdat wij een van de laatste waren die naar bed gingen;). Maar zodra 's ochtends de eerste wakker wordt en zich gaat aankleden en spullen pakken, is het gedaan met je rust. En het allerergste: snurkende mensen! Ze kunnen er niet veel aan doen, maar als je het zelfs door je oordoppen heen hoort is dat toch echt irritant. Maar goed, het is weer een nieuwe ervaring. Ons ontbijt is gevriesdroogde yoghurt met muesli en gedroogd fruit. Ook hier weer water bij, 10 minuten laten staan en klaar. Dit ontbijt vonden we eigenlijk erg lekker.

De tweede dag lopen we verder omhoog. Het begint miezerig, maar gelukkig zet de regen niet door en wordt het steeds droger. Hoe hoger we komen, hoe mooier het uitzicht wordt. We zien groene valleien met meren, echt geweldig! Als we Harris Saddle bereiken, verlaten we Mount Aspiring National Park en betreden we Fiordland National Park. Erwin beklimt nog de Conical Hill, een steile klim. Tessa besloot om even bij te komen. Erwin heeft mooi uitzicht vanaf de top, hij kan zelfs de Abel Tasman Zee zien. Als een ware sportman komt hij het laatste stuk hardlopend naar beneden (waarschijnlijk geïnspireerd door de hardlopers die we eerder hadden gezien). Als hij in een hut uitrust, komt het stoom van hem af.

Na de lunch lopen we door langs de bergwand met uitzicht over de Hollyford Vallei. Het weer is helemaal opgeklaard, echt fantastisch! Einde van de middag bereiken we MacKenzie Hut, onze slaapplaats. We zien MacKenzie Hut al vanaf de berg, maar de hut ligt beneneden aan een mooi meer. De weg naar beneden is langer dan we dachten en mentaal best zwaar. Maar uiteindelijk zijn we er toch, net op tijd voordat het gaat regenen (ongelofelijk hoe snel het weer kan veranderen). 's Avonds geeft hutranger Clive een grappige speech over de hut, wat hij heeft meegemaakt en de omgeving. De speech duurt ruim een uur. Vooral de Aussie's moeten het ontgelden, maar dit zijn ze wel gewend.

De derde dag doen we het rustig aan, het is niet zo lang naar Howden Hut, onze laatste stop. En dat blijkt een goede uitwerking te hebben. 's Ochtends giet het nog, maar als wij gaan lopen is dit overgegaan in miezer. We lopen door beech forest (helaas geen ‘beach' ;), dat wat weg heeft van een jungle. We lopen langs Earland Falls, een indrukwekkende waterval. Rond lunchtijd komen we aan bij Howden Hut. Omdat het weer goed is, besluiten we naar de Key Summit te lopen. Vanaf hier hebben we wederom weer prachtige uitzichten. Wat minder mooi is, is dat bij Howden Hut het aantal zandvliegjes er groot is. Gelukkig hebben we anti-insecten spray bij ons. Maar de vliegjes zijn niet zomaar weg, zodra ze een stuk huid vinden dat niet beschermd is, prikken ze alsnog. De prikken zijn niet zo erg, maar de jeuk daarna is vreselijk. We hebben liever muggenbulten. Maar gelukkig hebben we ook voor de jeuk een goedje bij ons.

De laatste dag is ook een rustige dag, We lopen een stuk(je) van de Caples Track en genieten van de zon. Het laatste stuk van de Routeburn Track is makkelijk, alleen maar naar beneden. Op tijd voor onze bus komen we aan bij het eindpunt, The Divide. Na een lange rit zijn komen we weer terug in Queenstown, waar we na 3 dagen eindelijk weer kunnen genieten van een warme douche! We vonden de Routeburn Track super om te doen en hebben geweldig weer gehad, in tegenstelling tot de weersvoorspellingen. Het was een mooie ervaring, zelf je spullen en eten meenemen, slapen in dorms, genieten van de mooie natuur en veel mensen (vooral Amerikanen., Australiërs en Israëliërs) spreken. We hopen zoiets zeker vaker te gaan doen.

Otago Peninsula

Na Queenstown rijden we naar Otago Peninsula, een schiereiland vlak bij Dunedin. Onderweg regent het erg hard, niet normaal. We zijn blij dat we de Routeburn Track al gelopen hebben. Otago Peninsula is o.a. bekend vanwege de zeldzame yello-eyed pinguin en een kolonie albatrossen die hier leven. Op aanraden van een Nederlands stel gaan we een tour doen met een 8-wheel drive. We rijden door beschermd natuurgebied, waar geen mensen mogen komen. Dit natuurgebied ligt op de punt van het schiereiland. Het is erg mooi om te zien. Ook staan we letterlijk aan de andere kant van de wereld, omdat we op 1 van de 4 hoeken van de wereld staan, volgens Captain Cook althans. We zien veel vogels en zeeleeuwen. Ook zien we van een afstand de yellow-eyed pinguins, ze zijn best groot!. Tenslotte zien we een wat kleinere pinguïn soort met kleintjes, erg schattig.

Christchurch

Op onze laatste dag in Nieuw-Zeeland rijden we naar Christchurch. In de stad zien we veel herstelwerkzaamheden als gevolg van de aardbeving vorig jaar. Ook merken me dat onze navigatie niet geüpdate is. Omdat onze vlucht pas laat vertrekt, besluiten we naar de bios te gaan. De bios die in de navigatie staat, bestaat echter niet meer als gevolg van de aardbeving. Gelukkig kan een man ons naar een andere bioscoop wijzen. We zien verder niet veel van Christchurch.

Einde

Onze allerlaatste stop van de reis is Kuala Lumpur. Hier brengen we een weekend door in een veel te grote hotelkamer voordat we terug gaan naar Nederland. In Kuala Lumpur doen we niet veel. We zijn hier vorig jaar al geweest en hebben geen zin om ons uit te putten met (nog meer) sightseeing.

Afgelopen 6 maanden waren geweldig. We vragen elkaar of we het anders hadden willen doen, maar voor beiden is het antwoord nee. De enige echte teleurstellingen waren het niet zien van de walvishaaien in Donsol, Filippijnen, maar we wisten dat dat een gok was. Een andere teleurstelling was het slechte weer tijdens de Tongariro Alpine Crossing op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Maar hier doe je niets aan en het was slechts 1 dag. De hele week was het weer in die omgeving niet goed, dus het had niet veel uitgemaakt als we een paar dagen eerder of later hadden gegaan. Onze reis bestaat gelukkig uit veel hoogtepunten. Als we er over praten komen er steeds meer dingen naar boven en wordt de keuze voor een top 5 lastig, maar we proberen het toch:

Erwins top 5:

1. Thorung La Pas, Nepal

2. Sydney

3. Rijstvelden in Yuanyang, China

4. Routeburn Track, Nieuw-Zeeland

5. Muang Ngoi Neua, Laos

Tessa's top 5:

1. Bereiken van de Thorung La Pas, Nepal (Annapurna Circuit)

2. New Year's Eve in Sydney, Australië

3. Muang Ngoi Neua, Laos

4. Rijstvelden bij Yuanyang, China

5. Routeburn Track, Nieuw-Zeeland

Maar ook de Great Ocean Road in Australië, het duiken in de Filippijnen, ziplinen in Laos, Angkor Watt in Cambodja en de bezienswaardigheden in Beijing zijn hoogtepunten. En niet te vergeten al het lekkere eten dat we op hebben, de verschillende mensen die we hebben ontmoet en de rare situaties door cultuurverschillen (met name in China). Daarnaast zijn we ook geraakt door de geschiedenis en de gevolgen daarvan voor het heden van Cambodja en Laos, waar we helemaal niet (goed) van op de hoogte waren.

Al met al was onze reis gewoon een fantastische ervaring, die we de rest van ons leven niet zullen vergeten. We hebben ruim 13.000 (!) foto's gemaakt, dus we hebben thuis nog wat te doen;) We waren ook erg blij met alle reacties uit Nederland op onze verhalen, het doet je goed te weten dat mensen aan je denken. Maar nu nog 1 nachtje slapen en dan op naar huis! Tot snel allemaal!

Nieuw Zeeland: het zuider eiland (part one)

Zo snel al een nieuw verhaal? Ja, want toen we het verhaal over het Noordereiland postten, waren we al een aantal dagen op het Zuidereiland. Omdat we de komende dagen een druk programma hebben, geven we alvast een update over onze eerste dagen op het Zuidereiland. 1 Verhaal over het Zuidereiland zou echt te lang worden.

Oostkust

Na een mooie overtocht met de ferry komen we aan op het Zuidereiland. Gelijk zien we verschil in de natuur. De groene grasheuvels zijn vervangen door hogere heuvels en bergen, begroeid met bomen of met niets. Maar de schapen en koeien zijn er nog steeds, evenals de eenzame boerderijen.

We zakken eerst af naar Kaikoura, dat aan de oostkust ligt. Onze weg verloopt van slingerwegen door de bergen naar slingerwegen langs de zee. Wat een verschil in omgeving kan er zitten binnen een aantal kilometers. Vlak voor Kaikoura parkeren we de auto langs de zee, want we hebben zeeleeuwen gespot! Ze liggen heerlijk op de rotsen (we vragen ons af hoe een rots lekker kan liggen) en trekken zich niets aan van alle mensen met hun grote camera's. Ook zijn er een aantal jonge zeeleeuwtjes, echt schattig.

Kaikoura is een van de grotere dorpen (meer dan 10 huizen) langs de oostkust. De zon schijnt, de wind waait, we horen de zee en meeuwen, alsof we aan het strand zijn. Maar als we ons omdraaien, zien we een complete bergketen. Echt bijzonder dat zo dicht bij de kust ook hoge bergen te zien zijn. Helaas is het bewolkt, anders hadden we waarschijnlijk ook nog besneeuwde bergtoppen gezien.

In Kaikoura gaan we mee met een vissersboot (een grote speedboot) om te gaan vissen (ja, zelfs Tessa gaat vissen). Samen met het pasgetrouwde UK stel Gina en Andy varen we de zee op. Voordat we de hengels mogen uitwerpen, haalt de visser eerst een visvuik boven. In deze vuik zitten crayfish (een soort kreeft zonder scharen), de lokale specialiteit hier. Niet veel later mogen we de hengels uitgooien. Het blijkt zeer makkelijk, omdat de reel (molen) automatisch is en de visser het aas al aan de haken (2 per hengel) heeft gedaan. De lijn gaat tot ruim 200 meter de zee in, het is echt diep hier! Al vrij snel hebben we beet en kan de lijn binnen gehaald worden (gaat ook automatisch, relaxed). Tessa heeft gelijk 2 vissen aan de haak, heel knap! (gelukkig haalt de visser de vissen van de haak;) Het zijn 2 soort oranje baarzen die we niet meer teruggooien, maar gebruikt zullen worden voor ons avondeten. Ook Erwin heeft 2 vissen gevangen. In een paar uur tijd vangen we aardig wat vis, echt cool! Tijdens het vissen had de visser een aantal crayfish bereid. Samen met een soja-wasabi saus was dit onze lunch, heerlijk! De visser fileerde ook de baarzen. De restjes gingen naar de meeuwen die ons al een tijdje volgden. Op een gegeven moment kwam ook een albatros wat restjes oppikken. Deze vogel ziet er echt machtig uit, een soort grote zeemeeuw (waarschijnlijk is de albatros nu beledigd). Op de terugweg vangen we nog een glimp op van de zeldzame Hector dolfijn en zwemt er een zeeleeuw. 's Avonds laten we met Gina en Andy onze vis bereiden bij een fish & chips shop, jammie! Ook hadden we nog een crayfish (levend) meegekregen. Deze hebben we eerst verdronken in zoet water (beetje vaag dat je een dier uit de zee moet verdrinken om het te doden) en daarna 7 minuten koken, het smaakte prima.

De volgende ochtend ging de wekker om 4.15, echt te vroeg. Maar niet voor niets, want we gaan met wilde dolfijnen zwemmen! Na een introductie en het aantrekken van onze wetsuits gaan we de boot op. Na ongeveer een half uur varen is een grote groep (ongeveer 200) Dusky dolfijnen gespot, daar gaan we naar toe! We moeten op de achterkant van de boot gaan zitten, zodat we gelijk het water in kunnen als de toeter gaat. De gidsen vertellen ons dat de dolfijnen geïnteresseerd blijven als je oogcontact met ze maakt en als je door je snorkel heen geluid maakt. De toeter gaat, we springen het water in. Heel even zien we weinig vanwege alle belletjes in het water, maar niet veel later zien we dolfijnen langs ons en onder ons door schieten. Iedereen begint als een idioot door hun snorkel geluid te maken, het klinkt echt hilarisch. Maar om zo tussen wilde dolfijnen te snorkelen is geweldig. Als je de aandacht van een dolfijn weet te trekken, dan gaat hij om je heen cirkelen, steeds sneller, alsof hij wil kijken of je hem bij kunt houden. Dit is echt een bijzondere ervaring. Omdat de dolfijnen wild zijn, zwemmen ze gewoon door. We moeten dan ook steeds na een paar minuten weer de boot op, zodat de boot weer voor de groep uit kan gaan varen en wij weer het water in kunnen om ze te bekijken. Het is echt een super ervaring!

Westkust

Na onze ‘dolphin encounter' rijden we richting de westkust van het Zuidereiland, naar het Abel Tasman National Park. De volgende dag nemen we een watertaxi naar Onetahuti Beach. Niet om een relaxed dagje aan het strand door te brengen, maar om een gedeelte van de Abel Tasman Coast Track te lopen. Het is bijzonder om in een woud te lopen, terwijl zich aan de rand van het bos de mooie blauwe zee bevindt, met prachtige baaien van licht zand. Af en toe brengt de route ons ook echt op het strand, heerlijk. We eindigen de route bij Anchorage en gaan weer met de watertaxi terug.

Na Abel Tasman rijden we naar Punakaiki, dat bekend is vanwege de Pancake Rocks. De Pancake Rocks zijn rotsen die vanuit de zee oprijzen, maar allerlei horizontale groeven hebben. We vinden ze minder bijzonder dan gedacht. We slapen in Hokitika. De volgende dag gaan we naar de Hokitika Gorge. Hier stroomt een turquoise rivier door de bergen, die een mooi contrast oplevert met de grijze rotsen en de groene bomen.

Onze volgende stop is de Franz Josef Glacier. We kunnen tot op ongeveer 100 meter van de gletsjer komen. Eigenlijk vinden we ook deze niet zo spectaculair, we zien minder ijs dan verwacht. Wellicht wordt de (kleine) teleurstelling ook veroorzaakt door de bewolking, waardoor we de besneeuwde bergtoppen niet zien. Het is wel apart om te bedenken dat de gletsjer op zo'n 10 kilometer van de zee ligt. Ook is het niet koud, in onze korte broek en t-short staan we naar een ijsmassa te kijken, ook wel apart.

De volgende ochtend zien we wel de besneeuwde bergtoppen, jeeh! We rijden we naar Okarito, waar we een stevige wandeling naar boven maken naar een uitkijkpunt. Hier is goed te zien hoe dicht de gletsjer bij de zee ligt.

Ook bezoeken we de Fox Glacier, hier komen we tot 200 meter van de gletsjer. Deze is wel indrukwekkend met z'n grote ijsmassa. Ook stroomt hier de rivier, die bestaat uit het smeltwater, veel sneller. Helaas is het nog steeds bewolkt. Het lijkt alsof 's ochtends de bewolking het minst erg is en in de loop van de dag steeds toeneemt. Maar goed, het zijn de bergen en het zou morgen zomaar anders kunnen zijn. Gelukkig blijven de wolken boven de bergen hangen en hebben wij lekker de zon op ons gezicht (wel insmeren, want je verbrand hier levend).

Na Fox Glacier rijden we naar Haast. Hier was het de bedoeling om een wandeling van 4 uur door het bos te maken. Helaas werd ons bij het informatiecentrum niet verteld dat het verstandig was om een lange broek te dragen. Wij begonnen vol goede moed met onze korte broeken aan de wandeling, maar na een uur gaven we het op. Langs het (smalle) pad stond het vol met een soort klein riet, dat net uitgebloeid was. Het riet heeft nu allerlei zaden die ze kwijt willen. Die zaden hebben plakkerige weerhaakjes. Als je er langs loopt, doet het zeer als ze aan je been plakken en vervolgens doet het ook zeer om ze van je been af te halen, omdat ze aan je huid en/of haar vastgeplakt zijn. Heel irritant. Op zich was de wandeling wel leuk. Het is geen pad dat vaak gelopen wordt, daarom moesten we een aantal keer een beetje klimmen en klauteren over bomen, door de modder lopen en beekjes oversteken. We besloten een korte wandeling naar een baai te maken. De baai was niet echt bijzonder en we werden ook nog aangevallen door tientallen zandvliegjes (ze steken gemeen en de bultjes jeuken enorm!). Snel gingen we terug en genoten van een warme douche.

Na al dat wandelen waren we toe aan iets anders en rijden naar Wanaka. Als we net op weg zijn, zien we een helikopter laag en dicht langs de weg vliegen. Onder de helikopter hangt een grote lading. Als we dichterbij komen, zien we dat het dode herten zijn! Ja, dat is ook een manier van veevervoer;)

De weg naar Wanaka is prachtig. We rijden langs grote, heldere meren omringt door bergen en kunnen ontzettend ver kijken zonder ook maar een stad te zien. In Wanaka zijn we naar Puzzling World geweest. Deze heeft rare 3D afbeeldingen, tekeningen waar je meerdere dingen in kunt zien en optische illusies. Ook was er een kamer met allerlei hoofden die je leken te volgen als je langsliep, vaag! Daarnaast hadden ze een kamer waarin als je van de ene kant naar de andere liep, het voor andere mensen leek alsof je groter of kleiner werd. De laatste kamer was het vreemdst. Je voelde dat je schuin liep en op de een of andere manier was je evenwichtsorgaan helemaal in de war. Er was een pooltafel die schuin stond, maar als je een bal over de tafel rolde, rolde deze naar het hoogste punt i.p.v. naar het laagste. Ook was er een schommel die niet recht naar beneden hing, maar schuin naar voren (en hij hing gewoon los) en er was water dat naar boven stroomde. Echt een bizarre kamer, vooral omdat je er eigenlijk zelf misselijk van werd (daar werd ook voor gewaarschuwd). We sloten af met een groot doolhof, waarbij we eerst in alle 4 de hoeken moesten zijn geweest, voordat we naar de uitgang mochten. Het vinden van de hoeken was geen probleem, maar om bij de uitgang te komen bleek best een uitdaging. Gelukkig vonden we deze na 30 minuten toch, anders hadden we daar misschien nu nog wel rondgelopen;)

We rijden van Wanaka naar Queenstown via een toeristische route. We slingeren door de bergen, echt geweldig! Ook stoppen we een aantal keer om van het uitzicht te genieten. Queenstown is een toeristische stad, dat mooi gelegen is aan Lake Wakatipu en tussen de bergen. We vinden het centrum op een groot skidorp lijken, echt gezellig. In de winter komen ze hier dan ook om te skiën. We lopen in ruim een uur naar de top van een berg, dat was best pittig! Vanaf de bergtop hebben we een fantastisch uitzicht over Queenstown.

En waar gaan wij het de komende tijd zo druk mee hebben? We gaan o.a. kajakken bij Milford Sound, om vervolgens 2 dagen later te beginnen aan een 4-daagse hike, de Routeburn Track. Helaas hebben we hier niet zoals in Nepal een porter, moeten we ook nog eens ons eigen eten meenemen en het allerergste: 3 dagen niet douchen, ieuwwwww!!! (Tessa speaking uiteraard) Maar goed, we hebben er zin in, de natuur schijnt prachtig te zijn. Jullie horen zeker nog een keer van ons.

Nieuw Zeeland: het noorder eiland

Hallo daar aan de andere kant van de wereld! Zo voelt het wel, aangezien we 12 uur voorlopen op Nederland, het hier zomer is en bij jullie winter. En soms voelt het juist alsof we in Nederland zijn, het is hier zomer, maar dat betekent niet dat het heel warm is en het niet regent. Maar goed, we zijn in Nieuw-Zeeland en we genieten ervan!

PS: Als jullie de blog lezen zal het misschien lijken alsof we een Lord of the Rings tour aan het doen zijn. Dit is zeker niet zo, maar zoals iedereen weet die de films gezien heeft, zijn de opnames op mooie locaties gemaakt die het bezoeken zeker waard zijn.

Auckland

Wat ons het eerste opvalt is dat het 's avonds koud is! Onze eerste aankoop is voor beiden dan ook een dikke trui. De eerste dag doen we rustig aan. We lopen door Queens Street, de hoofdstraat. Het is een mix van modern uitziende gebouwen en historische gebouwen, bedrijfspanden, (veel) restaurants en winkels. Dicht bij de haven vinden we een Belgisch Biercafé en blijven daar (hoe verrassend) lekker lang zitten. Ook eten we hier mosselen, dat hebben we gemist. De mosselen hier zijn groter en de schelp meer groen. Ze smaken prima, maar de Zeeuwse mosselen zijn zeker lekkerder.

Auckland is gebouwd op een aantal (hopelijk) niet actieve vulkanen. Voor de stad liggen een paar eilanden, ook vulkanen. Een daarvan is Rangitoto en die hebben wij beklommen. Vulkaanlandschap is apart, de grond is zwart, maar er groeit ontzettend veel groen op. Ook zien we vallen staan voor possums (buidelratten). Wel gek, in Australië zijn de possums schattig, bijzonder en beschermd en in Nieuw-Zeeland zijn ze irritant en een plaag. En dat terwijl deze twee landen relatief dichtbij elkaar liggen.

Noorden van het Noordereiland

We rijden door een landschap van groene heuvels, schapen, koeien en boerderijen naar het noordwesten richting het Waipoua Kauri Forest. We wandelen naar een aantal zeer oude en grote kauri bomen, erg indrukwekkend. Vooral de boomstam is erg groot, zowel in lengte als breedte. De bomen zijn echter kwetsbaar, we mogen vooral de wortels niet aanraken. De kauri bomen produceren (hoe verrassend) kauri, een soort hars. De Maori gebruikten dit onder andere als kauwgom, jam;) Het bos zelf is een combinatie van jungle en woud. We zien varens, palmbomen en dennenbomen door elkaar terwijl we via slingerwegen onze weg vervolgen.

We slapen in een klein dorpje genaamd Omapere. Omapere ligt aan de zee en vanaf een rotspunt hebben we prachtige uitzichten over de baai. Na Omepere rijden we naar het westen naar Bay of Islands. Het schijnt geweldig te zijn om hier een boottocht te maken, maar we slaan over. We hebben recent nog prachtige eilanden gezien en we gaan ons geld besteden aan: duiken! We rijden naar Tutukaka (de plaatsnamen hier zijn echt briljant). Het dorpje stelt niet veel voor, maar vanuit de haven vertrekt de boot van de duikorganisatie naar The Poor Knights Island, volgens Jacques Cousteau een van de beste duikplekken ter wereld. Dit willen wij natuurlijk niet missen. Onderweg naar het eiland komen we nog een groepje dolfijnen tegen die even met de boot meezwemmen, echt leuk! Na ongeveer een uur varen komen we bij het eiland aan. Het water is erg helder en voor de boot zwemt een grote school trevally, een goed begin! Duikpak aan (een redelijk dikke, want het water is hier maar 18 graden, brrr), fles op, ademautomaat in en duiken maar! Onder water zien we een totaal andere natuur dan bij de Filipijnen. Er groeit hier veel kelp en we zien veel vissen die we nog niet eerder hebben gezien. Niet zo kleurrijk als in de Aziatische wateren, maar zeker niet minder mooi. Aan het einde van de eerste duik zien we nog een grote long-tailed stingray (volgens Erwin meer dan 2 meter breed), zelfs onze gids was onder de indruk. Cool! De tweede duik maken we in de Riko Riko Cave, waar we tijdens het duiken walvisbotten en een grote scorpion fish zien, wauw! Poor Knights Island is een beschermd eiland. Mensen mogen niet op het eiland komen en je moet een vergunning hebben om met de boot dichtbij te komen. Dit resulteert in een prachtig duikgebied en we zijn blij dat de Kiwi's het goed beschermen.

Na ons duikavontuur rijden we naar Rotorua. Onderweg bekijken we de Whangarei Falls, ook wel de Paris Hilton Falls genoemd, omdat ze zo vaak gefotografeerd worden. Het is inderdaad een mooie waterval, vooral vanwege de omgeving.

Zuiden van het Noordereiland

Rotorua staat bekend staat om thermale baden, geisers en kokende modderpoelen (ontstaan door de grote hoeveelheid vulkanen in dit gebied). Wij bezoeken Wai-O-Tapu, een soort reservaat voor de genoemde natuurverschijnselen. Omdat er vulkanen zijn, is hier veel zwavel en ruikt het heerlijk naar rotte eieren. Maar het reservaat is erg mooi. De poelen bevatten verschillende stoffen, waardoor het water en de grond steeds een andere kleur hebben. Dit varieert van oranje tot groen. Ook komt van het water veel stoom af, omdat het water vanwege de ondergrondse warmte erg heet is. Het is bijzonder en mooi tegelijk, de rotte eieren geur nemen we voor lief. De modderpoelen koken letterlijk, gaaf om te zien. Ook zien we nog een geiser water spuiten.

We vervolgen onze weg naar Matamata, een nietszeggend dorpje, behalve dan dat hier Hobbiton (Lord of the Rings) te vinden is. We hebben geluk dat Peter Jackson net de opnames van 2 nieuwe Hobbit films heeft afgerond, nu is de set nog erg mooi. We hebben echter geheimhouding moeten tekenen, wat betekent dat we pas na het uitbrengen van de tweede Hobbit film (december 2013) verhalen en foto's openbaar mogen maken. Dus nog even geduld a.u.b.

Een kleine vogelopvang is onze volgende stop. Hier hebben ze onder andere kiwi's. Erg grappig om dit nationale symbool eens in het echt te zien. Ze lijken een beetje uit verhouding, de lange snavel en een klein rond lichaam. Maar helaas ook hier geen foto's van, omdat het nachtdieren zijn en dus geen foto's gemaakt mochten worden.

We gaan naar de Glowworm Cave, wat een van de hoogtepunten van het Noordereiland moet zijn. Na een rondleiding door de grot met de zoveelste uitleg over stalactieten en stalagmieten bereiken we eindelijk het hoogtepunt. Vanaf hier mag niet gepraat worden en (ja, we vallen in herhaling) ook geen foto's worden gemaakt. We stappen in een bootje en via een touw trekt de gids ons de donkere tunnel in. Maar zoals jullie waarschijnlijk al vermoeden is de tunnel niet helemaal donker. Boven ons zitten duizenden glimwormen die eruit zien als klein lichtpuntjes. Het is net of we onder een sterrenhemel varen, maar dan zijn de sterren een beetje blauw. Echt prachtig!

Na al dit relaxte sightseeën is het tijd voor wat actie. We gaan in het Tongariro National Park de Tongariro Alpine Crossing wandelen, een eendaagse hike van 19,4 km door vulkanisch gebied. We warmen op door de dag ervoor een wandeling van 1,5 uur te maken naar de Taranaki Falls. Onderweg krijgen we al een indruk van de mooie natuur en zien we een drietal vulkanen, waaronder Mount Nguaruhoe, ook bekend als Mount Doom (uiteraard van Lord of the Rings). De weersvoorspelling voor morgen is goed, we hebben er zin in! De volgende ochtend begint met miezerig weer, maar in de loop van de ochtend zou het allemaal goed moeten komen. Samen met Abby en Carrin (NZ) en Helen en David (UK) beginnen we vol goede moed aan de wandeling. Maar zoals velen weten is het weer in de bergen onvoorspelbaar, helaas geldt dit ook voor vulkanen. Naarmate we hoger komen lijkt de regen alleen maar toe te nemen en de wolken steeds dikker. Als we het hoogste punt van de wandeling bereiken (1900 meter), zijn we nat (nou ja, onze waterdichte kleding dan) en zien we helemaal niets van wat een geweldig mooie omgeving zou moeten zijn. We kunnen zelfs de kraters niet zien, deze zitten vol met wolken. Balen!!! Wel zien we de Emerald Lakes, die een bijzondere groene kleur hebben. De laatste 2 uur lopen we onder de wolken en hebben we opeens weer uitzicht. We sluiten de dag af met biertjes in een soort après skibar (in de winter komen mensen hier om te skiën), dat hebben we zeker verdiend na zo'n wandeling.

De volgende dag is het nog steeds slecht weer en rijden we naar Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Onderweg maken we een wandeling in het Kaitoke Regional Park. Een mooi park, waar ook opnames voor Lord of the Rings zijn gemaakt (o.a. Rivendell, maar we weten allebei niet wat dit is).

Wellington

Onze eerste indruk van Wellington is dat het niet echt een stad is en zeker geen hoofdstad. Er is weinig hoogbouw en veel winkels, restaurants en bedrijven zijn in oude panden gevestigd. Het verkeer is er rustig. We vinden Wellington een leuke stad om rond te lopen. Een belangrijke straat is de Cuba Street, waar veel bars en restaurants zitten.

We bezoeken het bekendste museum van Nieuw-Zeeland, Te Papa. Het is een mooi museum, maar ook een beetje chaotisch. Er zijn verschillende exposities, zoals de oceaan, invloed van mens op de natuur en natuurlijk de Maori. Hierna gaan we naar de Weta Cave. Dit is een bedrijf dat expert is op het gebied van special effects in films. Ze hebben o.a. meegewerkt aan Lord of the Rings (hier zijn ze bekend door geworden), King Kong, District 9, Avatar en Narnia. Interessant om een indruk van de werkwijze van zo'n bedrijf te krijgen. We sluiten af met een bezoek aan Mount Victoria. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de stad, ondanks dat het bewolkt is. De berg bestaat uit een mooi park waar we een wandeling maken. Ook hier zijn opnames voor Lord of the Rings gemaakt.

Nep supporters

In Wellington is het enorm druk qua mensen. Het blijkt dat dit weekend een internationaal rugby toernooi wordt georganiseerd, genaamd Sevens (Nederland doet niet mee). De rugby wedstrijden duren 2 x 7 minuten met 7 spelers i.p.v. 15. Overal op straat zien we verklede mensen, wat blijkbaar bij het toernooi schijnt te horen. Het doet ons vooral aan carnaval denken. Wel grappig is dat groepjes mensen als hetzelfde verkleed gaan of hetzelfde thema hebben. Op zaterdagavond is de finale. We gaan op tijd naar een Ierse pub, zodat we nog plek hebben. De Ierse pub zit nog lang niet vol, mooi. Voor de finale worden nog een aantal wedstrijden gespeeld. Het valt ons op dat weinig mensen echt naar de wedstrijden kijken, misschien omdat Nieuw-Zeeland niet speelt. Ook de mensen die niet verkleed zijn, hebben geen zwarte shirts aan (zwart is de kleur van Nieuw-Zeeland, ze worden de ‘All Blacks' genoemd) of geen vlaggen bij zich of iets dergelijks. Ook heeft de pub gewoon muziek aanstaan en staat het geluid van de tv uit, zodat je geen commentaar hoort, vreemd. Om 21.30 begint de finale tussen Nieuw-Zeeland en Fiji. De finale duurt zowaar 2 x 10 minuten. Maar ook nu weinig enthousiasme van het publiek, al kijken er wel meer mensen. Pas na 2 minuten wordt de muziek uitgezet en hoor je het commentaar. Als Nieuw-Zeeland scoort, klinken er wel wat goedkeurende geluiden van mensen, maar het mag bijna geen juichen genoemd worden. Nieuw-Zeeland wint ruim. Maar zelfs na het eindsignaal geen uitzinnige reacties. De pub draait wel ‘We are the champions', maar weinig mensen zingen mee. Pas als een Iers bandje begint met het spelen van Ierse muziek, worden mensen enthousiast. Als we naar het hotel lopen, zien we ook geen blije fans op straat, alleen maar verklede mensen die bier drinken. We vinden het echt heel raar en vermoeden ook dat het toernooi een goed excuus is om je eens gek aan te kleden en vooral veel te drinken en dat rugby maar een bijzaak is.

Het Noordereiland doet ons vooral denken aan een grote boerderij, met (heel) veel grasland, schapen en koeien. Maar ook hebben we mooie en bijzondere natuur gezien. De Kiwi's hier zijn vriendelijk en houden van een praatje. Van veel mensen horen we dat het Zuidereiland mooier is. We zijn benieuwd!

Maganda Pilipinas!

Na de Australische, westerse gewoonten gaan we weer terug naar Azië. Wel naar een bijzonder gedeelte, de Filipijnen. We moeten heel even wennen, maar dat duurt niet lang. En het is fijn om weer voor 5 euro heerlijk te kunnen eten!

Manila

In Manila, de hoofdstad van de Filipijnen, zagen we gelijk weer de typische kenmerken van een grote Aziatische stad: (te) veel mensen, chaotisch verkeer, veel uitlaatgassen, veel winkels en eten in overvloed. Daarnaast zagen we echter ook verschillen: Spaanse invloeden en kerken i.p.v. tempels, omdat de meeste mensen hier katholiek zijn. Helaas zagen we ook meer armoede dan in andere steden. De stad is een mengelmoes van westers en oosters: in een bepaald gedeelte van een wijk vind je de Starbucks, McDonalds en grote winkelcentra en in een ander gedeelte de Jollibee (Filipijnse fastfoodketen, lekkerder dan de McD;) en allerlei vage winkeltjes waar ze alles en niets verkopen. Het belangrijkste vervoersmiddel is een jeepney, een omgebouwde, meestal kleurrijke, jeep. Deze rijdt een vaste route, net als een bus. Hier passen, zoals we inmiddels gewend zijn, meer mensen in dan je denkt. Naast jeepney's rijden er ook talloze tricycles, een variant van de tuk-tuk.

We hebben de oude binnenstad bezocht: Intramuros. Deze is ommuurd en was vroeger een belangrijke Spaanse vestiging. We bekeken de Manila Cathedral (waar net een trouwerij gaande was) en Fort Santiago. Ook zijn er veel dingen (park, straten, museum, standbeelden) die verwijzen naar naar José Rizal, de grondlegger van het Filipijnse nationalisme. We zijn naar een pier gelopen en hebben daar de ondergaande zon bekeken. Wij vonden Manila niet echt een leuke stad en zijn vrij snel vertrokken naar Legazpi.

Legazpi

Ook Legazpi is geen bijzondere stad, maar vlakbij Legazpi ligt Mount Mayon, volgens velen de meest perfecte vulkaan op Aarde. De bedoeling was om deze te beklimmen. Helaas gooide het weer roet in het eten. Om de top van Mount Mayon te bereiken heb je tenminste 4 uur goed weer nodig. De weersvoorspellingen gaven echter aan dat het de komende dagen zeker zou gaan regenen (ja, we hebben een paar dagen een aantal flinke buien gehad) en er werd dus geen tocht naar boven georganiseerd. We hebben zelfs de (perfecte) top van de vulkaan niet kunnen zien, omdat deze continu in wolken gehuld was. Dus ook Legazpi hebben we snel achter ons gelaten en zijn doorgereisd naar Donsol. De route hier naar toe was erg mooi, we slingerden door een soort jungle met veel palmbomen.

Donsol

Donsol is een dorp aan de zee. We vonden een leuke slaapplaats bij een ‘resort' aan het strand met een paar palmbomen (alles langs het strand heet hier resort, maar dat wil nog niet zeggen dat er een supergroot zwembad en luxe kamers zijn haha). Donsol staat slechts om 1 ding bekend en dat zijn walvishaaien! Deze grote beesten zijn van maart t/m april vrijwel iedere dag te zien en kun je er naast snorkelen. Het is nu echter januari en dat betekent dat je geluk moet hebben om ze te zien. Van een paar mensen horen we dat de afgelopen dagen walvishaaien gezien zijn en we besluiten de gok te nemen.

De eerste dag zoeken naar walvishaaien bleek teleurstellend. Na 3 uur gezocht te hebben, zagen we niet meer dan water. De tweede dag steeg de spanning toen een van de ‘spotters' iets zag in het water. Zou het echt een walvishaai zijn? Helaas, het bleek ‘slechts' een dolfijn. Van de spotter die ons de tweede dag begeleidde begrepen we dat vanwege de volle maan de stroming verkeerd stond en de walvishaaien er daarom niet waren (de plankton drijft met de stroom mee en dat is het voedsel van de walvishaaien). Balen! Maar goed, zoals andere mensen op de boot opmerkten, als dit pas onze eerste echte teleurstelling was na ruim 4 maanden reizen, dan mochten we eigenlijk niet zeuren, en dat is natuurlijk helemaal waar. En daarnaast wisten we dat het een gok was hier te komen en dus helaas verkeerd gegokt.

Wel werden we vanwege een fiesta (ze hebben veel fiesta's in de Filipijnen) uitgenodigd om bij de neef van de spotter thuis te komen eten. We legden met de boot aan bij een buitenwijk van Donsol. Duidelijk was dat hier niet vaak toeristen kwamen, van alle kanten werden we bekeken en giechelden kinderen als we langsliepen. We weten niet precies wat de namen zijn van de gerechten die we gegeten hebben, maar het waren in ieder geval rijst, aardappelen en varkensvlees. Erwin heeft zelfs een stukje varkenslong op en hij vond het eigenlijk best lekker.

Ook hebben we in Donsol een gerecht met stingray op, erg lekker. Daarnaast een Filipijns gerecht, kip adobo en het nationale Filipijnse toetje: halo-halo, dat mix-mix betekent. En een mix is het zeker! Het is een glas gevuld met ijs, kokosmelk, suiker, ube (gezoete plantenwortel dat net iets grover is gemalen als suiker), groene en doorzichtige jelly snoepjes, kleine bruine boontjes en granen. Het klinkt waarschijnlijk niet al te lekker, maar het was prima te eten, zelfs de jelly snoepjes en ube.

Tagbilaran

Na de teleurstellingen van Mount Mayon en de walvishaaien zijn we vetrokken naar Tagbilaran, de hoofdstad van het eiland Bohol. Hier hebben we een toeristische toer gedaan die ons de ‘highlights' van Tagbilaran en omgeving liet zien. Eerst bekeken we een standbeeld die de ‘Blood Feud' weergaf. Een belangrijke Spanjaard en Filippino hebben een paar 100 jaar geleden elkaars bloed gedronken om zo hun vriendschap te bezegelen. De Filipijnen zien dit als een teken van vriendschap tussen het Westen en de Filipijnen. Vervolgens hebben we de oudste kerk van de Filipijnen bezocht, de Baclayon Church. Een mooie kerk, met name vanwege alle verweerde plekken die de kerk een ‘ruïne-achtige' indruk geven.

Daarna volgde (voor ons) de belangrijkste attractie van Bohol: tarsiers!!! Tarsiers (spookdiertjes) zijn een soort kleine aapjes met super grote ogen, dunne enge vingers en tenen, een rattenstaart en kale oren. De ogen zitten vast in hun hoofd, dus als ze in een andere richting willen kijken, moeten ze altijd hun hoofd draaien. Gelukkig voor de tarsiers kunnen ze hun hoofd 180 graden draaien, zodat ze niets missen. Ook kunnen ze 5 meter ver springen, best indrukwekkend voor zo'n kleintje. We zijn naar 2 opvangcentra geweest om ze te bekijken, in het wild is het bijna niet te doen. Echt bizarre beesten, we denken dat ze de inspiratie voor Gizmo (Gremlins) zijn geweest.

Na de tarsiers hebben we een vlindertuin bezocht (jaja, we hebben echt de toerist uitgehangen) en reden daarna door naar de Chocolate Hills, ook een van de grote trekpleisters van Bohol. De Chocolate Hills zijn in de zomer bruin, maar omdat het nu ‘winter' is (de gemiddelde temperatuur ligt rond de 30 graden, echt koud haha) zijn de Chocolate Hills nog groen. Het is wel een bijzonder landschap om te zien. De Chocolate Hills zijn een soort ronde heuvels, die niet echt in de rest van de omgeving passen.

De Filipijnen staan bekend om hun witte stranden met palmbomen en blauwe zee. Hoog tijd dus dat wij deze eens gaan opzoeken. Vanuit Tagbilaran is het een kwartiertje tijden naar Alona Beach dat op het eiland Panglao ligt. Hier schijn je goed te kunnen duiken, we zijn benieuwd!

Alona Beach

In Alona Beach slapen we helaas niet in een mooi strandhutje aan het water. Het is hier zo toeristisch dat grote resorts de beste plekken hebben ingenomen. Als je een betaalbare slaapplaats wilt met een warme douche, moet je iets van het strand af. Maar goed, die slaapplaats vonden we op 500 meter van het strand, wat natuurlijk prima is.

Het strand is inderdaad prachtig. Mooi wit zand en een fantastische zee, van turkoois blauw in de ondiepe gedeelten en steeds meer donkerblauw naarmate het dieper wordt. Langs het strand staan palmbomen. Hier houden we het wel een paar dagen uit! We vinden een leuke duikschool waar we een aantal duiken bij boeken. De eerste paar duiken zijn bij het huisrif, een paar honderd meter van de kust. Hier kregen we al een prima voorproefje van wat het duiken hier te bieden heeft. Het water is redelijk helder, het koraal mooi en er zijn ontzettend veel tropische vissen. In het begin weten we gewoon niet waar we moeten kijken. En het is heerlijk om weer te duiken, dat hadden we gemist! En omdat we niet diep duiken kunnen we lang (gemiddeld een uur) onder water blijven.

De volgende duiken zijn rondom het bounty eiland Balicasag, een half uurtje varen. We snappen waarom dit een beroemde duikplek is, het is hier geweldig mooi! Nog meer tropische vissen en koraal, maar ook schildpadden, trevaly en een grote school jackfish. Verder maken we nog een duik bij Snake Island, waar we uiteraard zeeslangen zien. Onze mooiste duik was echter de nachtduik bij het huisrif. Gewapend met een goede zaklamp gaan we met zonsondergang het water in. Na even zoeken zien we de mandarin fish, een mooi klein visje (oranje me groene strepen en een blauwe rand langs de vinnen) die zich slechts 2 keer per dag laat zien (over goede timing gesproken). Ook zien we ‘wandelende' zeesterren, een octopus en een pinnate fish, een bijzondere gevormde zwarte vis met een oranje rand. Daarnaast is ook het koraal anders, 's nachts komen er een soort ‘bloemen' naar buiten die je overdag niet ziet. En omdat je met een zaklamp alles bekijkt, zijn de kleuren veel helderder. Echt heel gaaf!

Tijdens onze duiktrips hebben we het Canadese stel Jay en Marylin ontmoet, waar we 's avonds een paar keer mee zijn wezen eten. Eigenlijk hebben we alleen maar verse vis op die je zelf uit kon zoeken. Vervolgens werd deze schoongemaakt, gekruid en op de bbq gelegd, jammie! We hebben tonijn, jackfish, lapu-lapu, parrot fish, white snapper, rabbit fish en garnalen op. Ook aan drank ontbrak het niet. San Miguel bier in een literfles is heel normaal en er werden lekkere Baileys shakes gemaakt, altijd goed!

Angeles

Helaas moesten we dit paradijsje toch een keer verlaten en zijn we terug gegaan naar Manila voor onze vlucht naar Kuala Lumpur (tussenstop op weg naar Nieuw-Zeeland). In Manila kwamen we er achter dat onze vlucht niet vanaf Manila ging, maar vanaf Clark, zo'n 95 kilometer verderop! (via internet hadden we echt Manila ingevoerd, beetje vaag) Gelukkig hadden we nog een dag ‘reservetijd' en konden we met een bus van Manila naar Angeles, een stad dicht bij het vliegveld. Angeles bleek echter een stad te zijn waar vrijgezelle (of niet) mannen naar toe kwamen om een 'leuke' tijd te hebben (netjes verwoord, toch?). Bij nader inzien zaten in onze bus inderdaad veel alleenreizende mannen. Gelukkig lag ons hotel buiten het centrum, zodat we er niet echt last van hebben gehad. We hebben nog wel door de ‘hoofdstraat' gelopen die vol stond met bars, clubs en discotheken, maar dit kon ons niet echt boeien, eigenlijk was het best triest.

Maar gelukkig dat we op tijd zagen dat we naar een ander vliegveld moesten, zodat we zonder problemen onze vlucht hebben gehaald. We vonden de Filipijnen een mooie bestemming en hebben te weinig van het land gezien. Vooral voor het duiken (en de walvishaaien) zouden we zeker een keer terug willen gaan. We blijven 1 nacht in Kuala Lumpur en vliegen dan naar Nieuw-Zeeland, onze laatste stop van de reis. We hebben veel goede verhalen over Nieuw-Zeeland gehoord en hebben zin om te gaan. Helaas komt hiermee ook het einde van onze reis steeds dichterbij. Maar voor het zo ver is gaan we genieten van onze laatste weken!

Muziek: Bijna alle liedjes die je hoort zijn opnieuw ingezongen bekende Top 40 nummers. Waarschijnlijk vinden ze een Filippino die Engels zingt mooier klinken dan de originele artiest.

Grappig: Tijdens vluchten met Cebu Pacific worden er spelletjes gedaan. De stewardess noemt een voorwerp en wie dat als eerste omhoog steekt, krijgt een prijs. Erwin was een sudoku aan het doen en het voorwerp was een pen, maar helaas bleek iemand anders toch sneller.

Opvallend: In de Filipijnen zijn veel lady-boys. En het is blijkbaar erg normaal, want ze werken gewoon in winkels of restaurants. Vooral de toeristen vinden het vermakelijk.

Spannend: Tijdens een van de duiken werd Erwin ‘aangevallen' door een anemoonvis (Nemo). De vis ging op Erwins ademapparaat af (slim van zo'n vis). Het scheelde niet veel, maar Erwin won;)

Tessa's nieuwe verslaving: In Australië is het begonnen, maar vanwege de Starbucks in de Filipijnen heeft het doorgezet: Chai Tea Latte! Ze hoopt dat het in Nieuw-Zeeland en Nederland ook te krijgen is.

No worries mate, Down Under is still amazing!

Happy New Year! Dat iedereen maar een gelukkig en gezond 2012 mag hebben. Maak jullie borst maar nat voor een lange blog, Down Under is (after 3 years still) amazing!

Melbourne

In Melbourne verkennen we de stad, we bezoeken eigenlijk niets bijzonders. Maar het is een leuke stad, het doet erg Europees aan. We vinden het ook fijn om weer eens door een echte, westerse stad te lopen, zo anders dan afgelopen maanden in Azië. We drinken eindelijk weer eens lekkere wijn en eten echte Australische steak;)

Vanaf het vliegveld halen we Joost en Corien (Tessa's ouders) op, met hun zullen we in Australië rondreizen. Ook halen we de auto en krijgen tot onze verrassing een gratis upgrade: i.p.v. in een Ford Falcon zullen we in een Subaru Outback Australië gaan verkennen. Nice! Joost en Corien hadden van Sinterklaas cadeaus voor ons meegekregen, echt leuk!

Great Ocean Road

Vol verwachting stappen we in de auto op weg naar wat een van de mooiste autoroutes ter wereld moet zijn: de Great Ocean Road (GOR). Onze eerste stop is Torquay, de surf-hoofdstad van Victoria. Hier zien we de eerste surf-outlets al en worden we getrakteerd op mooie stranden (denk aan een zee met verschillende kleuren blauw en mooie, net geen witte stranden). Dat voorspelt veel goeds voor de komende dagen! We lopen een stuk over Bells Beach, een wereldberoemde surfspot. De zee is erg kalm, waardoor niet veel mensen aan het surfen zijn. Maar dat mag de pret niet drukken, het strand is mooi en het weer goed. We merken dat de zon hier veel krachtiger is dan in Azië, zonnebrandcrème is zeker geen overbodige luxe.

We rijden rustig verder over de GOR en stoppen waar mogelijk. We worden steeds getrakteerd op prachtige baaien en mooie zeezichten. Het verveelt geen moment. We overnachten in Lorne in een B&B. De volgende dag rijden we naar de Erskine Falls. Deze ligt in een mooie bosrijke omgeving. Vervolgens gaan we op aanraden van de eigenaar van de B&B naar Teddy's Lookout, waar we inderdaad een mooi uitzicht over de oceaan hebben. Na een home made lunch op het strand gaan we koala's spotten bij Kennett River. Na even bang te zijn dat we geen koala zullen zien, zien we er opeens 5 achter elkaar! Ze zitten rustig in de boom en storen zich zeker niet aan ons. We zoeken verder en ontdekken dat dit inderdaad een goede plek is om koala's te spotten, we zien er zeker 20! De mooiste zijn een moeder met een baby en een koala die erg dichtbij zat. Ze zien er zo schattig uit met die dons vacht en pluis oren dat het moeilijk voor te stellen is dat ze best gevaarlijk kunnen zijn (als je hun poten bestudeert, snap je waarom).

De GOR blijft ons mooie uitzichten over de zee geven. We eindigen de dag in Apollo Bay, waar we weer een leuk B&B vinden. We gaan nog even naar het strand, maar de wind maakt het erg koud. Erwin en Joost wagen zich nog in de zee, maar ook die is niet veel warmer.

Vanaf Apollo Bay rijden we naar Cape Otway, waar een vuurtoren staat. De entree blijkt wat aan de hoge kant te zijn, waardoor we besluiten niet naar boven te gaan. We rijden verder naar een van de hoogtepunten van de GOR: de Twelve Apostles! Ooit waren er inderdaad 12 rotsformaties in de zee, wij zien er nu nog maar 6. Het is erg indrukwekkend om te zien, de rotsformaties samen met de zee zorgen voor een bijzondere kuststrook.

We lunchen in een prachtige baai, de Loch Ard Gorge. De kustlijn tussen Cape Otway en Port Fairy staat bekend als de Shipwreck Coast, waar in het verleden heel wat schepen zijn vergaan (in slechts 40 jaar zijn 80 schepen vergaan langs deze beruchte kust, die 120 km lang is). Het meest beruchte punt is bij Loch Ard Gorge, waar het gelijk genaamde schip Loch Ard in 1878 is vergaan. Als je ziet hoe mooi deze baai is, is het moeilijk voor te stellen dat dit ook een gevaarlijke baai is.

Na de lunch bezoeken we de Arch en de London Bridge, beide rotsformaties die eruit zien als een brug. De London Bridge bestond oorspronkelijk uit 2 ‘bruggen', maar in 1990 is een van de bogen ingestort. Het doet niets af aan de uitzichten, deze blijven fenomenaal (het is best lastig om steeds andere woorden voor mooi of prachtig te vinden;). 's Avonds bekijken we bij de London Bridge hoe kleine pinguïns (ja, pinguïns leven ook in Australië) aan land komen. Deze pinguïns komen iedere dag rond dezelfde tijd aan land om een beschut plekje op het strand te zoeken om te gaan slapen.

We slapen in Port Campbell in een groot gastenverblijf bij iemand in de tuin. Het gastenverblijf is overcompleet, echt een soort bungalowhuisje. Omdat voor de volgende dag slecht voorspeld wordt en we toch genoeg tijd hebben, besluiten we hier nog een nacht te blijven. Het blijkt geen verkeerde keuze, want de volgende dag regent het pijpenstelen. We rusten uit en rommelen wat, 's avonds rijden we terug naar de Twelve Apostles om ook daar pinguïns aan land te zien komen. Ze blijven schattig!

Na een dag rust rijden we de laatste kilometers over de GOR. We stoppen nog bij verschillende uitkijkpunten, zoals The Grotto en Bay of Islands. Ondanks dat we al 3 dagen zeezichten hebben, blijven ze fantastisch. We hebben af en toe nog wat regen, maar dat stelt gelukkig niet veel voor. We lunchen in Port Fairy, waar we een winkeltje vinden met echte Nederlandse drop! Hier moet natuurlijk wat van ingeslagen worden;)

Grampians National Park

Na Port Fairy verlaten we de kuststrook en rijden landinwaarts richting Grampians National Park (GNP). Het is verbazingwekkend hoe snel het landschap verandert. Zo rijd je langs de zee, vervolgens tussen de graanvelden en weilanden met koeien om tenslotte in de bossen te eindigen. En dat binnen 1 dag in zo'n groot land! We vinden een leuke houten cottage in Halls Gap, waar achter ons huisje de kangoeroes in het gras rondspringen. Echt gaaf! Tijdens zonsondergang maken we een korte wandeling waar we nog veel meer kangoeroes zien. Ook horen we veel kookaburra's en kaketoes, die vogels kunnen echt lawaai maken, niet normaal.

De volgende dag gaan Joost en Corien met de auto GNP verkennen, terwijl wij de hiking schoenen maar weer eens aantrekken. Het blijkt dat we er verstandig aan hebben gedaan om een extra dag in Port Campbell te blijven. Gisteren scheen een flinke storm in GNP te hebben geraasd, waardoor de hoofdweg afgesloten was. Gelukkig gaat deze weg einde van de ochtend weer open. Joost en Corien zetten ons bij het startpunt af. We lopen een wandeling die ‘The Pinnacle' heet. De pinnacle is een uitstekende rots, vanaf waar een mooi uitzicht te zien is over de vallei hebben waar Halls Gap in ligt. De wandeling omhoog is soms best pittig en we merken dat het relaxte leventje van Laos onze conditie geen goed heeft gedaan;) Maar we bereiken toch de top en zien inderdaad een prachtig uitzicht. Ongelofelijk hoe ver je kunt kijken zonder ook maar een stad te zien. Afgezien van Halls Gap zien we alleen maar natuur, bossen, bergen, meren en weilanden, echt mooi. Het wordt ons al snel duidelijk dat meer Nederlanders GNP bezoeken. Op het uitkijkpunt staan 4 mensen, alle 4 Nederlanders (dus samen met ons 6), dat is wel even raar zo aan de andere kant van de wereld. Samen met het Nederlandse stel Amber en Fenne lopen we via de andere kant van de berg terug naar Halls Gap. Als beloning halen we een ijsje. We nemen allebei 2 bollen, maar dit lijken er wel 4! Heerlijk!

Als Joost en Corien terug komen met de auto, gaan wij snel met de auto nog naar wat uitkijkpunten. We rijden naar de McKenzie Falls, een mooie waterval. Ook gaan we naar The Balconies en Boroka Lookout, op beide punten hebben we weer een geweldig uitzicht. Op de weg terug rijden we bijna een kangoeroe aan, dat was schrikken! Het beest sprong opeens de weg op. We hebben hem zachtjes geraakt en hij lag ook op de grond, maar we waren allebei opgelucht toen de kangoeroe weer ongedeerd van onder de auto wegsprong. Bij terugkomst bij het huisje worden we getrakteerd op een heuse kangoeroe bokswedstrijd, zo in onze achtertuin! Echt grappig om te zien.

De volgende dag vertrekken we vroeg terug naar Melbourne. We moeten op tijd zijn voor onze vlucht naar Brisbane. Gelukkig hebben we onderweg geen problemen en zijn we uiteraard veel te vroeg op het vliegveld. De vlucht naar Brisbane verloopt prima.

Brisbane

Op het vliegveld van Brisbane worden we opgehaald door Gert-Jan (Mike voor de Australiërs, Tessa's oom) die al een lange tijd in Brisbane woont. We rijden naar zijn huis in de wijk Holland Park (hoe toevallig;) en worden zeer uitbundig ontvangen door Mr. Carter, de hond des huizes. Later komen ook Lara (tante), Luka (neefje) en Romi (nichtje). Het is super leuk om iedereen weer te zien. Vooral Romi, zij is 2 en we hebben haar nog nooit gezien. De kids zijn eerst nog een beetje verlegen, maar dat komt snel goed. We slapen in het gastenverblijf onder het huis, wat zeer compleet is. Wij mogen in de game room slapen, waar o.a. een Xbox staat met een groot scherm. Zou Erwin de verleiding kunnen weerstaan??? Nee, natuurlijk niet;) De 2e avond is het raak, Erwin kruipt achter de Xbox. Erg gaaf om op een groot scherm een spel te spelen.

De volgende dag gaan we naar de Dutch Store. We willen voor Kerst pepernoten bakken (briljant he?) en hebben speculaaskruiden nodig. Dit verkopen ze niet standaard in de supermarkten hier. De Dutch Store blijkt een geschenk uit de hemel. Alle lekkere dingen die we de afgelopen maanden gemist hebben verkopen ze hier: speculaas, drop (oké, dat hadden we al eerder op, maar toch), marsepein, amandelstaaf en gelukkig ook speculaaskruiden. Watertandend lopen we door het winkeltje. Grappig is dat ze veel producten van het merk Euroshopper verkopen. Ook is er een Conimex gangpad, is dat ook typisch Nederlands? Met meer dan alleen speculaaskruiden verlaten we de winkel (o.a. met stroop voor de pannenkoeken en mix voor boterkoek, dat we ook gaan maken voor Kerst). 's Middags maken we een wandeling bij Daisy Hill.

Coolangatta

We gaan Kerst echt aan het strand vieren! Hiervoor rijden we naar Coolangatta. Onderweg regent het hard, we hopen dat dit het laatste is voor de komende dagen. Het appartement in Coolangatta blijkt echt aan het strand te liggen, we hoeven slechts de straat over te steken en we staan met onze voeten in het zand, heerlijk! Het appartement is erg luxe en we hebben uitzicht over het strand en de zee. Hier kunnen we de komende dagen wel doorbrengen.

Het dringt niet echt tot ons door dat het over een paar dagen al Kerst is. Het is zonnig, warm en licht, dat zijn geen zaken die wij met Kerst associëren. Ook is er veel minder kerstversiering en hoor je niet iedere 5 minuten een kerstliedje op de radio of in de supermarkt.

In Coolangatta zijn veel surfers. Op het strand lopen veel mensen met surfplanken, echt leuk. De golven zijn ook best hoog. We merken dat de stroming in de zee best sterk is, zo sta je tot je enkels in het water en een paar seconden later opeens tot je middel. De strandwachten geven ook aan dat je niet mag zwemmen, maar als je niet te ver de zee in gaat is het geen probleem. De surfers hebben hier uiteraard maling aan, die zijn blij met de hoge golven. Het blijkt dat de hoge golven en sterke stroming niet normaal zijn voor Coolangatta, maar een nasleep zijn van een tyfoon die ergens op zee rondraast. Het is in ieder geval mooi om naar de surfers te kijken en naar de zee die op de rosten beukt.

Kerstavond koken we voor Gert-Jan, Lara en de kids, die in een appartement een straat achter ons verblijven. Het wordt kip uit de oven met salade, patat en ijs toe. Een prima diner! Eerste kerstdag bakken we de boterkoek en pepernoten. Omdat we veel pepernootdeeg hebben, maken we er pepernootkoekjes van. Ook lekker. Zeker Erwin doet zijn best met koekjes in de vorm van een kerstboom en Kerstman. 's Avonds eten we bij familie van Lara, die ook in Coolangatta verblijft. Iedereen neemt iets te eten mee. De kerstmaaltijd bestaat uit diverse salades, garnalen, krab, kreeft, 2 soorten ham, fruit en nog veel meer. Heerlijk!

We brengen veel tijd door aan het strand, het weer is perfect. Ook hebben we nog een kleine vuurtoren bezocht, met de kids zandkastelen gebouwd en beach-ball gespeeld. De stroming in de zee blijft sterk, maar dat geeft niet.

Sydney

Helaas moeten we Coolangatta toch verlaten. In 3 dagen rijden we naar Sydney. We stoppen in leuke kustplaatsjes, zoals Byron Bay, Angourie, Port Macquarie en Nelson Bay. We merken duidelijk dat de zomervakantie in Australië in volle gang is, de plaatsten zijn afgeladen met toeristen.

Eindelijk is de dag aangebroken: New Years Eve in Sydney! We vertrekken vroeg naar Bradfield Park (Milsons Point), waar we een mooie plek hopen te bemachtigen om het vuurwerk te bekijken. Rond 11.00 zijn we geïnstalleerd op een grasveld schuin onder de Harbour Bridge met uitzicht op het Opera House en het stadscentrum, een prima plek! We brengen de dag door met mensen kijken (er kunnen 50.000 man in het park, dus we hebben genoeg te zien), lezen, eten, drinken, slapen en kaartspellen spelen. Het is heerlijk weer, dat komt ons bruine kleurtje ten goede. Om 21.00 wordt het kindervuurwerk afgestoken. Dit is al erg mooi, dat voorspelt veel goeds voor vanavond. De laatste paar uur wachten duren het langst, maar uiteindelijk begint het aftellen dan toch echt: 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1 ... Happy New Year!!! Het vuurwerk op en rondom de brug barst los, echt gaaf! Wat wel even raar was is dat er niet continu vuurwerk van de brug wordt afgeschoten. We dachten eerst dat er iets mis ging met het afsteken, maar beseften al snel dat het gewoon onmogelijk is om voor ruim 10 minuten vuurwerk op de brug te hebben liggen. In Nederland zie je op tv misschien 30 seconden van het vuurwerk dat van de brug wordt afgeschoten en daarom denk je dat continu vuurwerk van de brug wordt afgestoken. Dit blijkt niet zo te zijn, maar dat maakte het vuurwerk niet minder mooi. De finale was het allerbest, vanaf de plek waar wij stonden leek het alsof we in het vuurwerk stonden. Er werd zoveel afgestoken boven ons, echt helemaal fantastisch! Deze jaarwisseling zullen wij niet snel vergeten.

Wat je op tv ook niet ziet is dat zeker 80% van alle mensen met de trein weer terug naar huis/hotel wilt. We sluiten dus aan in een lange rij voor het station. Door onze ervaring met rijen voor de skilift weten we dat je altijd aan de zijkant moet invoegen en in de buitenbocht. Hierdoor zitten we toch vrij snel in de trein, nagenietend van het mooie vuurwerk dat we hebben gezien.

Op nieuwjaarsdag gaan we naar Taronga Zoo, waar je heen gaat met een ferry. Tijdens deze rit hebben we een mooi uitzicht op de stad. De dierentuin ligt op een heuvel, vanwaar we ook mooi zicht op Sydney hebben (Taronga Zoo wordt ook wel ‘the zoo with a view' genoemd). In de dierentuin zien we o.a. een wombat en platypus (vogelbekdier). Deze dieren zijn echt super schattig! Ook wilden we graag een Tasmaanse duivel zien, maar deze had besloten zich vandaag in zijn hol te blijven. Grrrrrrrrrr. De dierentuin heeft ook het met uitsterven bedreigde sneeuwluipaard, een prachtig beest. Verder zien we tijgerwelpjes en een kleine olifant die in het water aan het spelen is, erg lief.

De komende dagen brengen we door met sightseeing in Sydney. We bekijken uiteraard het Opera House, bezoeken Circular Quay, The Rocks, Darling Harbour, Fish Market (sushi!!!) en gaan 's avonds de Sydney Tower in, waardoor we mooie vergezichten hebben over Sydney by night.

3 Jaar geleden vonden we Sydney al een gave stad en dat vinden we nog steeds. Helaas komt ook aan ons Australië avontuur een einde. Zonder twijfel kunnen we zeggen dat dit een van de raarste decembermaanden is die we ooit hebben meegemaakt, maar ook een die we nooit zullen vergeten. We hopen Australië nog eens te bezoeken, met name om de westkust te gaan ontdekken. Maar nu op naar de Filipijnen, waar we zeker ook mooie dingen gaan zien en doen.

Vraagje: Wil iemand nagaan of ze in Nederland ook Kellogs Special K met de smaak honing/amandel verkopen? Deze hebben we hier ontdekt en is erg lekker;)

Laatste dagen in relaxed Laos

Voorlopig onze laatste update vanuit Azië. We vinden het jammer dat we dit continent gaan verlaten (vooral vanwege het goedkope leventje hier;), maar we kijken ook uit naar Australië. Het zal een bijzondere ervaring zijn om daar de decembermaand door te brengen.

Luang Prabang

Na terugkomst van Muang Ngoi Neua zijn we nog even in Luang Prabang gebleven. We hebben een traditionele Khmu massage ondergaan, een combinatie van een drukpunt- en oliemassage. Erwin zag er blijkbaar breekbaar uit (kan best kloppen na vooral rijst te hebben gegeten), want zijn masseuse was een zachtaardig meisje waardoor hij vooral een oliemassage heeft gehad. Tessa had duidelijk wel een drukpuntmassage gekregen. De masseuses zaten af en toe bovenop onze rug (altijd fijn, 2 knieën in je rug), maar toch voelden we ons ontspannen na de massage.

Vang Vieng

Vol verwachting reden we naar Vang Vieng, het Salou van Laos. De weg naar Vang Vieng was prachtig, een mooie route door de bergen. Helaas betekent een route door de bergen ook dat de bus waar we inzaten over 300 km 7 uur heeft gedaan (en de weg was hobbelig). Gelukkig was er airco en een toilet in de bus.

Vang Vieng is een klein dorpje dat helemaal ingericht is op (jonge) toeristen. Een van de eerste dingen die opvallen zijn het grote aantal restaurants die of de hele dag afleveringen van Friends of Family Guy uitzenden. Dit is natuurlijk ideaal om je kater uit te zitten;)

In Vang Vieng draait het voor veel mensen maar om 1 ding: tuben! Maar voordat wij ons hieraan waagden zijn we een kajak tour gaan doen. 's Ochtends gingen we eerst naar de water cave waar we doorheen konden tuben (toch al een voorproefje gekregen). Zittend in een (opgeblazen) binnenband van een vrachtwagen drijf je op het water. In de grot hing een touw waaraan we ons vooruit konden trekken. Erg leuk om op deze manier een grot te bekijken.

Na de lunch gingen we kajakken. De omgeving is (ja, nog steeds) prachtig. De laatste paar kilometer kajakken we over dezelfde route als waar de tubers zich bevonden. Zo konden we gelijk zien wat het tuben precies inhield. In een band ga je de rivier af. Aan weerszijden van de rivier zijn verschillende barretjes. Als je aangeeft dat je naar een bar wilt, gooien ze een touw naar je toe en halen je binnen. Je band wordt ergens neergelegd en jij kunt wat gaan drinken bij de bar. Uiteraard wordt dance muziek gedraaid, veel gedronken en zijn de meeste tubers jonger dan 25 jaar. Maar onze eerste indruk van het tuben was eigenlijk best positief. De sfeer bij de barretjes was relaxed en zijn daarom naar barretjes gekajakt en hebben ook een biertje gedronken. De barretjes proberen mensen te trekken door attracties aan te bieden. Erwin is vanaf een platform van 8 meter het water ingesprongen. Ook is hij via de ‘Big Swing' in het water gesprongen.

Het tuben begint eigenlijk 's middags pas ('s ochtends moet iedereen eerst bijkomen van zijn kater). Daarom hebben wij 's ochtends een mountainbike gehuurd (dat is wel nodig met de hobbelige zandweggetjes) en zijn naar de Tham Phou Kham cave gefietst. De grot kun je zelf verkennen als je maar een zaklamp hebt. Gelukkig hadden we die, want het was binnen erg donker. Maar het is ook bijzonder om alleen met je zaklamp een grot te verkennen. De grot is erg mooi, met grote stalactieten en stalagmieten die vaak glinsterden. Tessa ondervond ook een nadeel van een donkere grot, ze zette bijna haar hand op een grote spin! Eerst zag ze het niet eens, maar Erwin was zo aardig om haar hier op te attenderen met de vraag 'Weet je zeker dat je je hand daar neer zet????'. Het is niet duidelijk waar de spin van schrok, van Tessa's hand of van haar gil, maar hij was in ieder geval snel weg.

's Middags gaan we dan eindelijk tuben! Met een gehuurde tub wordt je met een tuk-tuk naar het beginpunt gebracht. Het beginpunt is tevens een bar en veel mensen blijven hier de hele dag hangen. Ook wij beginnen hier met een biertje en kletsen met het Belgische stel Klaas en Elke, waar we de rest van de dag mee optrekken. We zijn naar een aantal barretjes getubed, waar we ons het bier goed hebben laten smaken. Erwin en Klaas hebben aan de de ‘Big Swing' gehangen en zijn ook nog via een opblaaskussen het water ingesprongen. Lekker even gek doen. Omdat het zo gezellig was (gek met al dat bier) vergaten we de tijd en moesten we in het donker terug tuben naar Vang Vieng (de laatste bar ligt op ongeveer 2 km afstand van Vang Vieng en we hadden geen geld meer voor een tuk-tuk). Gelukkig is in deze tijd van het jaar de rivier erg rustig (denk aan een snelheid van ongeveer 2 km per uur) en heeft een lage waterstand, waardoor we veilig Vang Vieng bereikten.

De volgende dag zijn we weer gaan tuben met als doelstelling Vang Vieng rond zonsondergang te bereiken. Bij de laatste bar haalden we een biertje en dobberden heerlijk relaxed terug. Onze doelstelling is gehaald, met zonsondergang komen we aan! Onderweg hebben we prachtige karstbergen gezien.

Vientiane

De hoofdstad van Laos is onze laatste stop op het vasteland van Azië. Het is duidelijk een grote stad, waar (dure) auto's en scooters rondrijden. Maar we zijn nog steeds in Laos, dus de sfeer blijft relaxed. Helaas is Vientiane geen mooie stad, maar we vermaken ons wel. De eerste nacht was echter een tegenvaller. Die nacht hebben we bijna geen oog dicht gedaan vanwege een muis (of rat?) in onze kamer. Als we het licht aandeden zagen we niets, maar zodra het licht uitging hoorden we het getrippel. 's Ochtends bleek ook waar de muis zijn zinnen op had gezet: de koekjes die we in een plastic tasje hadden zitten. Er zaten gaten in de plastic tas en een van de koekjes (die ook in een zakje zat) was voor de helft opgegeten. Ieuw! De volgende dag zijn we verhuisd naar een ander hotel.

We hebben Sinterklaasavond gevierd door sushi te gaan eten. Zien jullie de logica? Wij ook niet, maar het was wel lekker! Het was een 'all you can eat' concept, vergelijkbaar met de sushi toko's in Nederland, maar dan voor nog geen 10 euro per persoon (en dan hebben wij voor Lao begrippen super duur gegeten).

In Vientiane hebben we verschillende dingen bekeken. We zijn naar Patouxai gefietst, een soort Arc de Triomphe. Deze was zowel van binnen als van buiten indrukwekkend. Ook zijn we naar Pha That Luang gefietst. Dit is de belangrijkste stupa en het nationale symbool van Laos. De stupa is geheel goud geverfd, met de zon geeft dat een mooi effect. Rondom de stupa liggen nog een aantal mooie tempels.

Er zijn er veel tempels in Vientiane (overal in Laos), maar we hadden geen zin om ze allemaal te bezoeken. Wel zijn we naar de tempel Wat Sisaket geweest. De tempel zelf is niet heel bijzonder, maar rondom de tempel staan veel verschillende Boeddha-beelden die wel leuk waren om te bekijken.

Interessant was ons bezoek aan Cope, een revalidatiecentrum. Hier hebben we geleerd over de ‘Secret War', die van Laos het meest gebombardeerde land ter wereld heeft gemaakt (dit wisten wij beiden niet). Tijdens de Vietnam oorlog wilden de Amerikanen de Vietnamezen dwars zitten door de Ho Chi Minh trail te bombarderen, een route die vooral door Laos loopt en waar de Vietnamezen veel gebruik van maakten. Ook was Amerika bang dat Laos van een neutraal land zou veranderen naar een communistisch land. Gedurende 9 jaar werden elke dag iedere 8 minuten bommen gedropt boven Laos. Vrijwel geen van de Westerse landen wisten hier niets vanaf, daarom wordt dit ook wel de Secret War genoemd. Amerika had geen troepen in Laos, ze bombardeerden alleen (zo hield Amerika vol dat ze geen troepen hadden in Laos). De bommen die gedropt werden waren vooral clusterbommen. Uit een grote bom vallen ongeveer 680 kleinere bommen. Geschat wordt dat de Amerikanen meer dan 270 miljoen (!) clusterbommen hebben gedropt. Van al deze kleinere bommen (bombies) is zo'n 30% niet ontploft (UXO: unexploded ordnance). Er liggen dus nog ongeveer 80 miljoen (!) onontplofte bombies op het platteland in Laos. Kinderen kunnen deze vinden, weten niet wat het is en spelen er mee, met alle gevolgen van dien. Ook is het metaal waarvan de bom is gemaakt veel waard, volwassenen en ook kinderen weten dit en gaan dit metaal verzamelen met gevaar voor eigen leven. Per jaar vinden gemiddeld 300 ongelukken plaats door deze onontplofte bombies, waarbij ook mensen om het leven komen. Cope helpt de mensen die een arm of been zijn verloren door protheses te maken en helpt mensen met revalideren. Dit gebeurt allemaal gratis, een hele mooie organisatie dus! Cope heeft ook een kleine tentoonstelling over de clusterbommen die erg interessant is. Hier hebben we een indrukwekkende documentaire gezien: ‘Bomb Harvest' (zoek en bekijk deze documentaire!). Deze volgt een Australische ex-militair die zich in Laos bezig houdt met het ontmantelen van onontplofte bommen en Lao te trainen hetzelfde te doen. Ook toont het de gevaren voor de mensen en geeft inzicht in de Secret War. Helaas gaat het opruimen van de bommen en opleiden van mensen langzaam, waardoor het nog zeker 100 jaar zal duren voordat Laos bommenvrij is. Erg treurig.

Uiteraard moest er ook weer gerelaxed worden in Vientiane. Op onze laatste dag in Laos zijn we naar een kleine herbal sauna geweest, waar we ons luie zweet eruit hebben gezweet. Daarna hebben we een 2 uur durende massage ondergaan, 90 minuten oliemassage en 30 minuten hoofd- en schoudermassage. Heerlijk ontspannen kunnen we beginnen aan ons volgende avontuur: Australië!

Eten: in Laos hebben we vaak het gerecht kip laap/lap/larp (ze schrijven het overal anders) met sticky (kleef) rijst op. De laap is een soort pittige salade met vlees of vis (traditioneel eten ze het met rauw vlees, maar gelukkig bereiden ze het voor de toeristen) die je met je handen eet met behulp van de sticky rijst. Dit is een soort sushi rijst die geserveerd wordt in een rieten mandje. Je pakt een ‘pluk' rijst, kneedt dit tot een soort kleine platte bal en pakt daarmee een beetje salade. Heerlijk met een fles Beerlao! (640 ml voor 1 euro, niet verkeerd toch?)

Drinken: Tessa drinkt Lao koffie! (voor degenen die het niet weten, Tessa lust geen koffie) Deze moet echter wel geserveerd worden met een zoete, dikke melk (sweet milk uit blik; het is eerder een soort zoete room). Als je maar genoeg van deze melk toevoegt aan de koffie, wordt het vanzelf een soort chocolademelk. Ja, dan lust Tessa het wel;)

Nieuw woord voor de Van Dale: visvellen. Tessa zag schubben op de grond liggen en kwam met dit briljante woord.

Raar: kerstliedjes horen, kerstversieringen en kerstbomen zien terwijl buiten de zon volop schijnt, het minimaal 25 graden is en we rondlopen in onze korte broek en t-shirt. Maar we kunnen er best aan wennen;)

Onze route: loopt niet zoals we dat van tevoren hadden bedacht. Na Tibet niet te hebben bezocht, hebben we ook Vietnam overgeslagen. Weer omdat we liever relaxed reizen dan gestresst. Daarnaast hebben we ook besloten om niet naar Bali te gaan, maar naar de Filipijnen.

Relaxed Laos

We zijn al op de helft van onze reis, het gaat veel te snel. Gelukkig hebben we nog genoeg mooie dingen om naar uit te kijken en kunnen we genieten van de dingen die we al gezien en gedaan hebben. We weten niet of Sinterklaas ons ook in Laos komt opzoeken, maar wat marsepein, kruid- en pepernoten zouden zeer welkom zijn!

Don Det

Don Det is een eiland in de Mekong rivier. Hier kun je relaxen, relaxen in je hangmat en relaxen bij een bar. Vandaar dat wij zijn gaan kajakken en fietsen, want van te veel relaxen word je lui;) Het kajakken was een leuke dagtrip. We hebben 2 watervallen bekeken, waaronder de Khon Phapheng Falls, de grootste van Zuidoost Azië. Niet groot omdat de waterval zo hoog is, maar groot omdat er het meeste volume water per seconde doorheen gaat. De waterval is niet mooi (geen groene oase of turkoois water, maar grijze rotsen en bruin water), maar het water is krachtig en het geluid enorm. Toch indrukwekkend. Tijdens de lunch hadden we uitzicht over een gedeelte van de rivier waar de met uitsterven bedreigde Irrawaddy dolfijnen zwemmen. Gelukkig hebben we nog een aantal rugvinnen kunnen spotten.

Met de fiets zijn we naar buureiland Don Khon gefietst. De eilanden zijn verbonden door een oude spoorbrug. Zowel Don Det als Don Khon zijn erg groen, een soort kruising tussen jungle en bos. In het midden van de eilanden zijn rijstvelden van de bewoners. We zien buffels rond sjokken. Ook hier hebben we een waterval bekeken, maar deze was niet echt indrukwekkend.

Pakse

Omdat het wel weer eens tijd voor actie werd, hebben we ons in Pakse ingeschreven voor de 2-daagse Tree Top Explorer. Gelukkig konden we de volgende dag al mee met een groep, want in Pakse zelf was weinig te beleven. Wat een tegenstelling met de Tree Top Explorer! Na ongeveer 2 ur gehiked te hebben door de jungle van het Bolaven Plateau en een lunch naast een waterval te hebben genuttigd, bereikten we eindelijk het punt waar het allemaal om te doen is: de eerste zipline! Tree Top Explorer is een tour waarbij je via hiken en ziplinen de jungle verkent. Een nacht slaap je in de jungle in een boomhut.

De eerste zipline is best spannend. Houdt het tuigje het wel? Breekt de zipline niet af? (yeah right, alsof zo'n super dikke kabel opeens scheurt...) Haal ik de overkant wel? Maar tijd voor twijfel was er niet. De gids haakte je vast aan de lijn, afzetten en gaan! Super gaaf! De eerste zipline is nog om te oefenen, maar je hangt al wel gelijk hoog boven de grond. De volgende ziplinen zijn langer en hoger boven de grond. Het is echt fantastisch om hoog boven een vallei te ‘zweven' met een geweldig uitzicht op de jungle en watervallen! En het blijkt geen probleem te zijn als je de overkant niet haalt. Je glijdt dan weer terug naar het midden, maar de gids komt je redden (De film 'Tessa's rescue'zal binnenkort te zien zijnonder het kopje video.)Kijk onder video's vooreen voorproefje van hoe het wel moet.

Erwin voelde zich erg zeker aan de zipline en maakte tijdens het zippen verschillende bewegingen (bijv. running man), al zorgde dit er wel voor dat hij vaker als een malle ronddraaide en de overkant niet haalde. Erwin was echter te trots zich te laten ‘redden' en klom steeds zelf terug.

Na een vermoeiende middag bereikten we onze slaapplaats, de boomhut. Ook deze is geweldig. Het is basic, maar de hut staat vlak naast een prachtige waterval. De boomhut is 1 gemeenschappelijke hut en verschillende kleinere hutten. Om in jouw hut te komen moest je uiteraard zippen! 's Ochtends was het uitzicht over de vallei en de waterval erg mooi.

De tweede dag stonden slechts 2 ziplines op het programma, ware het niet dat de ene zipline 450 meter is en de andere 320 meter! Echt gaaf om zo lang boven de jungle te hangen. We deden deze ziplines 2 keer. De tweede keer mochten we met z'n tweeën tegelijk zippen, ook erg leuk! Na het zippen stond rotsklimmen op het programma. In een steile rotswand waren ijzeren beugels geankerd, waarover we 30 meter omhoog moesten klimmen. De rots zelf was ook al op grote hoogte. Ook dit was spannend, want ondanks dat je gezekerd zit, blijf je toch een beetje bang om te vallen. Ook moest je de ‘hoek om', best ingewikkeld op grote hoogte. Maar we hebben het allemaal overleefd, het was echt super gaaf!

Luang Prabang

Luang Prabang heeft een oud centrum, een soort Franse villa's. Helaas zijn de mooiste villa's omgetoverd tot een restaurant, hotel of winkel. Het oude centrum is dus erg toeristisch, wat we jammer vinden (al zijn we zelf ook toeristen en dragen we hieraan bij). De stad heeft wel een relaxte sfeer, geen gehaast en gestress, ook in het verkeer. Dat is ook wel eens prettig na alle drukte van andere grote steden. We hebben eindelijk de Lao Lao whiskey geproefd, maar dit was geen succes.

In Luang Prabang hebben we de Wat Thong Xien bezocht, een plein met verschillende tempels. De tempels en andere beelden zijn belegd met mozaïek, wat met de weerkaatsing van de zon een mooi effect geeft. Ook zijn er veel Boeddha-beelden, het valt het ons op dat ze er anders uitzien als de Cambodjaanse Boeddha's.

Ook opvallend is dat de mensen op de scooter of brommer vaak hun hand voor hun ogen houden tegen de zon, maar dat ze geen zonnebrillen hebben. Het hoeft niet gelijk een Gucci te zijn, maar een simpele zonnebril zou al een hoop schelen. Verder zijn de wegen hier stoffig. Dit betekent dat als een grote auto of vrachtwagen langsrijdt, een hoop stof in de lucht opwaait. Als mensen op een scooter of brommer achter een auto rijden houden ze hun hand voor hun mond tegen het stof, maar blijven ze wel achter de auto rijden. Ze kunnen beter even wachten totdat het stof weg is en dan weer gaan rijden. Maar blijkbaar zijn ze toch niet zo relaxed als wij denken.

Met een slow boat varen we vanaf Luang Prabang in 7 uur naar Nong Khiaw. Als je mazzel had was je de eerste in het houten bootje en kon je plaatsnemen in een autostoel (ja echt, een lange houten boot met autostoelen). Als je pech had, zoals wij, kon je 7 uur op een houten stoeltje gaan zitten. Die hard seats in de treinen van China zijn hier niets bij. De omgeving maakt echter een hoop goed. We zien kleine dorpjes langs het water waar mensen bezig zijn. Vrouwen wassen kleding in de rivier, mannen zijn op de boot of het land bezig en kinderen spelen in het water. Ze zwaaien en lachen naar ons. De natuur vanaf het water is prachtig. Soms wordt het zelfs nog spannend in de boot, omdat we tegen stroomversnellingen in moeten varen.

Muang Ngoi Neua

Omdat in Nong Khiaw niet veel te doen is varen we de volgende dag verder naar Muang Ngoi Neua, wat gelukkig maar een uurtje op een houten stoel is. Muang Ngoi Neua is een klein dorpje aan het water dat eigenlijk bestaat uit een straat met een paar zijstraatjes. De straten zijn niet geasfalteerd of betegeld, het zijn gewoon zandweggetjes. Ze zijn gericht op toeristen (er zijn genoeg guest houses en restaurants), maar ze gaan gewoon door met hun dagelijkse gang van zaken. Ze verdienen geld aan de toeristen, maar houden verder geen rekening met ze (als je de laatste in het restaurant bent doen ze gerust de lichten uit). Dit maakt het dorpje juist interessant. Waarom komen toeristen dan hier? Vanwege de prachtige omgeving (ja, de natuur in Laos is echt geweldig, we kunnen het blijven zeggen). Ook wij gaan 2 dagen wandelen. We bezoeken verderop gelegen dorpjes, lopen door rijstvelden en natuur. We zien mensen aan het werk op de velden en in de dorpjes, koeien, buffels en kippen lopen overal en nergens. Ook in deze dorpjes wordt rekening gehouden met toeristen, meestal is er wel een restaurant en een simpele guest house (houten hutje). Maar ze zijn over het algemeen nog niet ‘verpest', hopelijk blijft dat ook zo.

Na een paar dagen keren we weer terug naar Luang Prabang. We gaan terug met de bus, we hebben geen zin om weer 7 uur op een houten stoeltje te zitten. Helaas is de bus een soort kleine, open vrachtwagen, waar 2 banken (met kussen!!!) in zijn gemaakt. We zitten dus 3 uur in de achterbak van een vrachtwagen. Gelukkig is de weg niet al te hobbelig, want we hadden achteraf al geen billen meer over.

Hier in Laos leven we als oude mensen. Rond 22.00 wordt al aanstalten gemaakt om te gaan sluiten en om 23.00 is zeker alles gesloten. Dan zit er niets anders op dan terug gaan naar je kamer, waar je al snel besluit om te gaan slapen. De mensen in Laos staan op bij de eerste zonnestralen en houden niet altijd rekening met toeristen, dus om 8.00 zijn we meestal al weer wakker. Maar we moeten eerlijk bekennen dat we het eigenlijk wel fijn vinden (zijn wij nu ook oude mensen?).

Morgen vertrekken we naar Vang Vieng, waarvan we hebben begrepen dat de omgeving (wederom) heel mooi is, maar het centrum een soort Salou is geworden. We gaan het meemaken! Fijne Sinterklaasavond!

Het internet in Laos is niet altijd even snel, dus de foto's kunnen even op zich laten wachten.

CambodJAAA!!!

Inmiddels zijn we al in Laos (weer aan het relaxen, want we hebben geleerd dat je dat regelmatig moet doen;), maar dit blog gaat over onze reis door Cambodja. Voor ons gevoel zijn we niet lang genoeg in Cambodja geweest, het is een prachtig land met mooie mensen, maar je moet keuzes maken. Gelukkig voelen we ons allebei goed, al heeft Erwin net een tweedeantibioticakuur achter de rug... (dus weer een paar dagen geen bier voor hem!)

Sihanoukville

Tja, wat zullen we hier eens over zeggen. We hebben gerelaxed, gerelaxed en nog eens gerelaxed. We hadden een hostel op 20 meter van het strand, prima! De ‘boulevard' bestaat alleen uit restaurantjes. Het witte strand was niet heel breed en stond vol met ligbedden en parasols van de restaurantjes. In tegenstelling tot Europese vakantieoorden hoef je hier geen huur te betalen voor de ligbedden en parasols, ze verlangen alleen dat je iets te eten of te drinken bij ze koopt. Geen probleem, water hebben we toch nodig in deze hitte. Wel zijn hier veel verkopers op het strand. Van massages tot zonnebrillen en garnalen, je kan het allemaal krijgen. Een duidelijk ‘No' was meestal voldoende voor de verkopers om door te lopen. Opvallend was dat de verkopers van massages en pedicures bij Tessa aanklopten, terwijl verkopers van zonnebrillen en eten bij Erwin kwamen.

Het zeewater is warm, we denken ongeveer 27 graden. Ook is de zee vlak, geen golven, het kabbelt alleen een beetje. Echt relaxed dus;) Het was wel erg warm, dus van iets actiefs doen was geen sprake. We hebben onze dagen doorgebracht met lezen, het eten van vers fruit en verse vis (red snapper, jam!) en zwemmen. Ook zijn we een dag met een boot weggeweest om de omliggende bounty eilandjes te bekijken. Bij deze trip hoorde ook een wandeling door een mangrove. Dit bleek een wandeling waar je tot je middel door vies water moest lopen (in de mangrove kwam al het afval van de zee ingedreven), beetje jammer. De omgeving was wel mooi.

Phnom Penh

Na ons opgeladen te hebben in Sihanoukville zijn we Phnom Penh gaan verkennen, de hoofdstad van Cambodja. Phnom Penh is een levendige stad aan een rivier met wederom veel verkeer. Het aantal scooters en brommers is echt ongelofelijk. We denken dat er op 1 auto zeker 10 brommers of scooters zijn. Daarnaast rijden er ook veel tuk-tuks, een ideaal transportmiddel voor ons toeristen (brommer met een overdekt bakje erachter waar 4 personen kunnen zitten). Ook hier lijken verkeersregels niet te bestaan. Het verschil met China en Nepal is dat ze hier langzamer rijden en niet voor alles toeteren, waardoor het voor ons ‘rustiger' aanvoelde.

De eerste avond hebben we zowaar te maken gehad met een overstroming. Het regende enorm hard voor een lange tijd. Toen het eindelijk droog was, konden we vanuit de pub naar ons hostel terug lopen. Helaas bleek precies de straat waarin ons hostel stond onder water te staan. We moesten tot onze knieën door het water om bij de ingang te komen. Gelukkig was het water de volgende ochtend weer weg.

Uiteraard hebben we de Royal Palace en Silver Pagoda bezocht. De gebouwen zien er mooi uit met die typische Cambodjaanse stijl. In de Silver Pagoda staat een prachtig gouden Boeddha beeld, versierd met diamanten. Helaas mochten we hier geen foto's van nemen. Na dit bezoek zaten we op een terrasje wat te drinken, toen er opeens een olifant (met begeleider) door de straat kwam wandelen, tussen al het drukke verkeer. We waren zo verbaasd en het zag er zo bizar uit, dat we vergeten zijn een foto te nemen.

Ook hebben we in Phnom Penh het Tuol Sleng Genocide museum (S-21) en de Killing Fields bezocht. Zoals de namen doen vermoeden, waren dit geen leuke tripjes. Tuol Sleng is een voormalige school die de Rode Khmer tijdens hun (schrik)bewind als gevangenis heeft gebruikt. Veel onschuldige Cambodjanen zijn hier gemarteld, gevangen gehouden en gestorven. Het is verschrikkelijk om te lezen en zien wat er allemaal is gebeurd. Toen Phnom Penh bevrijd werd, zijn slechts 7 personen (van de duizenden gevangenen) levend uit deze gevangenis gekomen.

Niet alle gevangenen stierven in Tuol Sleng. Veel gevangenen werden naar wat nu de Killing Fields heten gebracht, om daar te sterven. De meeste Cambodjanen wisten in die tijd niet wat er allemaal gebeurde bij de Killing Fields. De Rode Khmer vervoerde de gevangenen midden in de nacht in een vrachtwagen. De gevangenen schreeuwden niet, omdat hun gezegd was dat ze naar een nieuw thuis werden gebracht. In het gebied van de Killing Fields werden door luidsprekers liederen van de Rode Khmer afgespeeld, zodat omwonenden dachten dat een soort bijeenkomst van de Rode Khmer gaande was. De Killing Fields is een groot stuk land waar veel massagraven zijn gevonden, dus uitleg over wat hier gebeurde is niet nodig. Aan het begin staat een groot monument waarin botten en schedels van overledenen te zien zijn, erg indrukwekkend. Ze hebben nog lang niet alles opgegraven in dit gebied. Als het veel heeft geregend, kunnen nog kledingstukken en botten naar boven komen. Ook wij hebben kledingstukken zien liggen en wat tanden. Vrijwel iedereen die de Killing Fields bezoekt, neemt een audiotour. Hierdoor is het erg rustig en vredig in het gebied, wat natuurlijk alleen maar goed is.

Om de dag toch nog een leuke wending te geven, zijn we 's avonds gaan eten in restaurant Friends. Dit restaurant wordt gerund door straatkinderen en hun begeleiders. Het idee is uiteraard deze kinderen een toekomst te bieden.

Op weg naar Siem Reap zien we nog veel water. Duidelijk is dat nog niet al het water van de overstromingen van eind september weg is. Mensen hebben geïmproviseerde loopbruggetjes naar hun huis gemaakt of moeten gewoon door het water lopen. Spullen staan onder water. Gelukkig staan de meeste huizen op hoge palen, waardoor het binnen droog is. De overstroming kwam vlak voor de periode van het oogsten van de rijst. Helaas zijn veel rijstvelden onder water komen te staan, waardoor het rijst (en de inkomsten van de Cambodjanen) verloren is gegaan. Normaal gesproken is er begin februari een festival om dankbaarheid voor het water te tonen. Dit jaar wordt het festival in veel plaatsen niet gevierd (ook omdat vorig jaar tijdens dit festival veel mensen zijn overleden door een paniekuitbraak).

Siem Reap

Tempels! Dat is wat we hier hebben bekeken. Uiteraard het beroemde Angkor Wat, maar ook de tempels van Angkor Thom en minder bekende, maar zeker niet minder mooie tempels die in de buurt liggen. 3 dagen lang hebben we met een tuk-tuk het grote gebied doorgescheurd (we hadden zeker de snelste tuk-tuk van Siem Reap) en ongeveer 20 tempels bekeken. Sommige tempels zijn groot en daardoor indrukwekkend, andere zijn kleiner, maar ontzettend mooi door de gedetailleerde, uit steen uitgehakte religieuze personen, wezens en versieringen. Het verbaasde ons dat je bij veel tempels eigenlijk overal kunt komen en ook overal aan kunt zitten. Naar ons idee versnelt dat het verval, maar we kunnen het mis hebben.

Jammer is dat de politie toestaat dat de Cambodjanen proberen om geld te verdienen bij de ingang van de tempels (uiteraard wordt de politie hiervoor betaald). Gevolg is dat als je bij een tempel aankomt je je tuk-tuk nog niet bent uitgestapt, of je wordt al bestookt met de vraag of je koud water/bier/cola/kokosnoot wilt. Daarnaast zijn er op de weg naar de tempel veel kraampjes, waarbij naar je wordt geroepen of je een souvenir wilt. We snappen heel goed dat dit gebeurt, de Cambodjanen zijn niet rijk, maar het doet toch wat af aan het bezoeken van een tempel. Ook wordt je er ‘arrogant' van, om maar zo snel mogelijk van de verkopers af te komen.

Het centrum van Siem Reap is enorm toeristisch (wat wil je als Angkor Wat op een steenworp afstand ligt). We zijn echter met de tuk-tuk ook door de omgeving van Siem Reap gereden (omdat sommige tempels ver weg lagen) en daar zie je dat, buiten de Cambodjanen die in het centrum wonen, weinig mensen verdienen aan de toeristische trekpleister. Mensen wonen in houten huizen die op palen staan en hebben hun stukje grond. Ze verkopen langs de weg hun spulletjes, maar we vragen ons af wat ze er mee verdienen. We denken niet dat de Cambodjanen straatarm zijn, de meesten hebben gewoon normale kleding, fietsen en/of brommers en uiteraard een mobieltje. Eten is overal te krijgen. Veel kinderen hebben schooluniformen aan en zien er gezond uit. Maar het leven is eenvoudig. De omgeving is wel erg mooi, erg groen en veel (palm)bomen, afgewisseld met stukken vlak groen landschap. Koeien en kippen lopen overal rond.

In Siem Reap zijn we maar weer eens langs het ziekenhuis gegaan. Erwin voelde zijn keelontsteking terug komen en wilde er op tijd bij zijn. Wat een verschil met het ziekenhuis in China! We werden naar een International Hospital gestuurd, speciaal voor toeristen (en rijke Cambodjanen). Het is dat er ‘hospital' op het gebouw stond, maar er had net zo goed ‘hotel' kunnen staan. Bij de deur stond er een portier die vroeg waar we voor kwamen, de deur opende en ons de weg wees. Binnen zag het ziekenhuis er mooi uit. Geen steriel wit, maar een mooie lichtbruine kleur. De binnentuin had een fontein. Er was gratis water, koffie, thee en internet. In de wachtkamer (meer een soort lounge) hing een flatscreen tv. De afstandsbediening lag er bij, dus je kon zappen. Het verbaasde ons dat je nog geen welkomstdrankje kreeg bij binnenkomst. De kamer van de arts zag er ook mooi uit. Via Google Afbeeldingen toonde hij een plaatje van een keel en legde uit waar de ontsteking zat. Vervolgens mochten we het consult en de antibioticakuur gaan betalen. Helaas was hier ook een groot verschil met China. Waar het in China ongeveer 20 euro kostte, kostte het hier meer dan 200 euro. Gelukkig zijn we verzekerd;) Wel kreeg Erwin zijn medicatie in een mooi klein tasje mee (vergelijkbaar met die tasjes die je bij een Douglas of ICI Paris meekrijgt), dus dan weet je in ieder geval waarvoor je betaald...

Kratie

Kratie is niet een heel bijzondere stad, het is een fijne break op weg naar Laos. Wel heeft het een prachtige zonsondergang over de Mekong river. Het hostel waar we verbleven heeft een uitstekende kok, we hebben heerlijke Khmer gerechten op. Om ons te vermaken hebben we fietsen gehuurd en zijn een stukje (30km) gaan fietsen. Ook hier valt weer op dat buiten de stad het leven eenvoudig is. De omgeving is wederom erg mooi. De mensen zijn erg vriendelijk. Kinderen roepen allemaal ‘Hello!' en zwaaien naar je. Een jongetje was zelfs zo brutaal om een paar meter bij Erwin achterop de fiets mee te liften. Veel mensen lachen en dat maakt het land erg mooi.

Via Kratie gaan we naar de grens met Laos. Even een paar dollartjes betalen en we staan in Laos. Nu zijn we op Don Det, een van de eilanden in de Mekong. We liggen in hangmatten (hammocks) voor onze bungalow en hebben uitzicht op de rivier met de ondergaande zon. Life is good!

Interessant: Alles kan op een brommer vervoerd worden. We hebben zelfs al een paar keer gezien hoe 2 (levende) varkens al knorrend achterop de brommer op hun rug lagen met de poten vastgebonden. Hoe die varkens zo blijven liggen is voor ons nog een raadsel, maar bizar is het wel.

Leuk om te weten: Erwin blijkt een keiharde onderhandelaar te zijn! Waar Tessa al snel denkt: ‘wat maken die 1 of 2 dollar uit, die mensen moeten ook eten', blijft Erwin vasthouden aan een bepaald bedrag. Blijven lachen, maar wel weglopen blijkt de beste tactiek te zijn. Een keer heeft Erwin meer betaald voor een schilderij dan hij wilde (3 dollar meer, jaja), maar het is dan ook een mooi schilderij (geen 13 in een dozijn schilderij, anders had hij het vast wel bij een andere verkoper voor elkaar gekregen).

Verslaving: Tessa is verslaafd geraakt aan eten en drinken waar limoen in is verwerkt. Dit begon eigenlijk in Nepal al, maar in Cambodja blijken de limoenen (nog) veel meer gebruikt te worden. Een van de eerste dingen die ze thuis gaat doen, is een recept voor ‘lime merengue pie' opzoeken (en uiteraard proberen deze taart te maken).

Mooie uitspraak: ‘Misschien moet je wat sambal op je nek smeren'. Tessa had last van een stijve nek en Erwin stelde dit voor. Hij bedoelde (tijger)balsem... Ach ja, sambal is ook heet, dus het effect is misschien wel hetzelfde;)

Mededeling: Het internet op Don Det is traag, dus we hebben geen idee of het lukt om de foto's te uploaden.